De ene slasoort sluit naadloos aan bij de volgend slasoort. Inmiddels weet ik hoe ik het hele jaar rond mijn eigen, verse sla kan eten.
Vorige week at ik denk ik de laatste portie veldsla. De eerste kropjes werden al wat bleek en rimpelig en het leek me beter om dan meteen maar flink te gaan oogsten. Momenteel staan er nog een paar kleine kropjes maar die zouden weleens geel kunnen zijn als ik weer langskom.
De winterpostelein heb ik te lang laten staan. Deze begint al flink wat bruine vlekken te vertonen. Het was ook zoveel…! Ik had niet verwacht dat er zoveel sla zou zijn aangezien de blaadjes maar klein zijn. Echter als ik een flinke hoeveelheid oogst kan ik amper zien dat ik wat weggehaald heb, zo dichtbegroeid is het. Volgend jaar kan ik wel wat minder zaaien en zou het ook helpen als ik het op het balkon heb. De vraag is alleen of de postelein dat kan hebben. In pot kunnen plantjes nu eenmaal minder verdragen aan weersomstandigheden dan in de volle grond. Maar het is het proberen waard.
Inmiddels kan ik bijna weer gaan eten van de ‘zomersla’, op de foto staat mijn pluksla. Excuus, ik moet even bekennen dat de pluksla die in deze pot staat niet van mijzelf is maar gekregen. En dat die er waarschijnlijk niet stond als de winter streng was geweest. Dus het hele jaar rond… misschien red ik dat toch niet helemaal. Maar als ik had gewild had ik al wat eerder weer kropsla en rucola kunnen zaaien en deze als kasplant (of beter gezegd: vensterbankplant) kweken. In dat geval zou ik er inmiddels bijna van kunnen eten. Een maand zonder sla gaat nog wel lukken. Wie weet lukt het me volgend jaar écht helemaal rond.