De prei die ik wél zelf heb ‘groot’gebracht (die kleine dus 😉 ) heb ik inmiddels netjes in een geul in een gat gezet. Prei zetten noem je dat. De wortels willen graag zuurstof en om een mooie witte prei te krijgen zal de prei diep in de grond moeten staan. Door eerst een geul te graven en daar vervolgens met een pootstok gaten in te duwen kun je de prei diep in de grond zetten zonder eerst je hele tuin te hoeven afgraven. Van de prei heb ik de wortels flink ingekort en ook van het blad de top afgeknipt (want ja, ze waren al zo groot…) Dit is om de groei te bevorderen. Vervolgens zet ik ze in het gat zonder deze weer dicht te gooien met aarde. Met een flinke plens water rolt de eerste aarde al in het gat, de rest zal vanzelf gaan met de regen. En nu maar afwachten of er nog wat van terecht komt. Anders heb ik volgend jaar weer bloeiende prei met een natuurlijke volgende generatie voor het jaar erna.