De druivenstruik die in het najaar prachtige, zoete, sappige blauwe druiven voortbrengt groeit als een tierelier. Had ik vorig jaar al veel druiven, dit jaar zit het al helemáál vol met vruchten. Maar dat is niet het enige. Om de druiven van genoeg voeding te voorzien maakt de struik lange takken aan met grote bladeren.
De plant ging echter bijna ten onder aan zijn eigen succes. Hoe groter de struik, hoe meer bladeren. En hoe meer wind de struik vangt. In combinatie met de zwaartekracht zorgde dat voor een steeds schever hangende boog. De boog, waarschijnlijk bedoeld voor een luchtige, lichte plant, is er een tijd geleden al onder bezweken. Op verschillende plaatsen is de boog kapot. Met stokken en paaltjes stond de boog echter weer in het gareel.
De laatste tijd begon de boog topzwaar te worden. Ik moest steeds verder bukken om er nog langs te kunnen lopen, zelfs ná het snoeien. Op den duur vroeg ik me af of ik wel naar huis kon gaan zonder eerst iets aan de hellende druivenstruik te doen. Ik vreesde bij terugkomst een geknakte druivenstruik te vinden en een ravage in de tuin van de buurman.
Gelukkig, het is op tijd goed gekomen. Ik wist niet zo goed hoe ik het aan moest pakken maar ik kreeg genoeg tips vanuit mijn omgeving. Deze week zette ik de eerst stap om provisorisch een lijn te spannen en vast te zetten met een haring. Ik ging een stuk geruster naar huis.
Vandaag kwamen er mensen op mijn tuin helpen en zij hebben de klus afgemaakt. Nu staat niet alleen de boog weer fier overeind, ook het pad dat er onderdoor loopt is weer goed begaanbaar. (foto’s van de eerste keer vastzetten)