Vorig jaar is mijn complete aardbeienoogst mislukt. Terwijl er al prachtige trossen dikke aardbeien aan de plantjes hingen, bleef het weer koud en nat. De aardbeien verschrompelden en verrotten. Weg oogst. Het is me nog nooit eerder overkomen en hopelijk was het de laatste keer.
Dit jaar probeer ik wat nieuws, namelijk een tunnelkas over de aardbeiplantjes. Omdat ze zo iets warmer en beschutter staan hoop ik de oogst wat te kunnen vervroegen en in ieder geval de aardbeien te beschermen tegen teveel kou. Aangezien het plastic voor de kas net niet groot genoeg is kan ik meteen het verschil zien met de planten die níet beschermd worden.
En ja, ik begin al verschil te zien. De plantjes in het kasje (er zitten overigens gaatjes in het plastic dus helemaal dicht is het niet) groeien al beter dan de plantjes ernaast.
Behalve de warmte die het kasje vasthoudt en het vocht dat iets langer blijft hangen heeft het kasje nog een voordeel: je hebt geen net nodig tegen de vogels. En zo heb ik straks óók bij de aardbeien geen net nodig. Weer eens wat anders dan een gaaswerk bouwen.
Zo, hier is dan weer eens wat geluid vanuit de volkstuin. Ik wilde een afscheidsbericht typen maar het blijft toch een beetje kriebelen om wat te vertellen over de tuin. Dus bij deze: de blog zal niet meer regelmatig wordeng geüpdate maar zo nu en dan laat ik nog wel even wat van me horen.
Afgelopen winter ben ik in de tuin bezig geweest om het net rondom de bessenstruiken te vervangen voor een vogelvriendelijke variant namelijk: gaas. De tijd zal het leren of het veilig genoeg is, maar de vastgedraaide vogeltjes uit een net peuteren vond ik zo verschrikkelijk dat ik dat graag wil voorkomen. In gaas kunnen ze tenminste niet verstrikt raken als ze in paniek weg proberen te komen.
Bij deze langdurige klus die ik graag voor mij uit wilde schuiven kreeg ik gelukkig wat hulp. Ons kleine ventje is dol op boormachines. Hij heeft er dan ook altijd één bij de hand; met een grote fantasie kun je van alles wel een boormachine maken. Mama helpen met schroeven en boren was dus ook geen probleem. We zaten dus gezellig in het zonnetje te werken.
Echter: gaaswerk is niet zomaar geplaatst. Ik ben al aardig wat uurtjes bezig geweest en het is nog niet helemaal af, maar gelukkig is het einde in zicht. Ik heb nieuwe palen geplaatst en met twee extra palen kon ik zo een vaste opening maken in het gaaswerk. Daar komt een vliesdoek te hangen dat ik er makkelijk vanaf kan halen. Tenslotte moet het onkruid nog steeds verwijderd kunnen worden. Het gaaswerk rondom is verder klaar, aan de bovenzijde ben ik op de helft. Nog één keer moed verzamelen en het geduldwerkje van ijzerdraad rijgen uitoefenen en ik heb het gaaswerk vast.
Hopelijk geen gewonde of zieke vogels meer en goed beschermde bessen.
Ik heb heel wat beleefd op de tuin en ook mijn leven is heel erg veranderd sinds ik begon met tuinieren. Begon ik in mijn eentje onwennig op een flink stuk kleigrond met wat tegels leggen (want ja, al die kleigrond is zo vies aan je schoenen), negen jaar later staan we met z’n drieën op de tuin om palen te slaan voor de fruithoek. Ik boor de gaten, mijn man slaat de paal erin en zoonlief gaat met de grondboor aan de haal. Tot hij even later met zijn gezicht uit de modder gevist mag worden. En zo verschuift ook mijn aandacht. Van perfecte oogst naar een tevreden gezin. We hebben er veel lol aan, om zo met z’n allen in de tuin bezig te zijn. Maar vooral is het een plek waar ik regelmatig even me kan terugtrekken, mijn gedachten kan laten gaan even weer even kan opladen in de frisse buitenlucht. Hoe alles groeit en bloeit blijft mijn aandacht houden, maar het is niet meer het belangrijkste. Mijn volkstuin is een plek geworden waar ik mijzelf ben en waar ik graag mijn gezin deelgenoot van maak. En waarbij ik ook zo nu en dan mijn gezin thuis laat om even ‘zelf te doen’.
Eind juli vroeg ik of jullie konden raden wat voor plant dit is.
Zoals beloofd hierbij de oplossing. Het gaat om bloeiende radijs.
Ik was zelf op het verkeerde been gebracht door de paarse bloemetjes aangezien ik er van overtuigd was dat radijs witte bloemen heeft. Nou, dat had ik dus mooi mis want wie even op het internet gaat zoeken ziet dat de meeste bloeiende radijs toch echt lichtpaarse bloemen heeft. Weer wat geleerd!
Vanavond ging ik eventjes naar de tuin om te oogsten en ik kwam met een krat vol thuis.
Onder de bloemen liggen nog tomaten. Daar moeten we maar extra van genieten want door de langdurige nattigheid zijn de tomatenplanten ziek. Er zullen niet veel tomaten meer rijp kunnen worden voor ze verrot zijn. Helaas!
Ik ben niet de enige die wel eens een vogel in een net heeft. Het is erg vervelend als dit gebeurt en menig tuinder helpt wel eens een handje om een opgesloten vogel te bevrijden. Laatst beleefde ik met mijn nichtje zo nog een heel avontuur. Terwijl we op mijn tuin waren om wat te oogsten, zag mijn nichtje bij de buurman een vogel in een net zitten. Aan zijn gespartel was te zien dat het beestje nog behoorlijk in leven was. Die konden we niet laten zitten. Ik vind het erg vervelend om een vogel uit een net te moeten halen maar vind het helemaal verschrikkelijk om ze te laten zitten. Dus pakte ik een oude doek, parkeerde zoonlief in de buggy zó dat hij ons kon zien en toog met mijn nichtje naar de buurtuin.
Ik denk dat ik het eens van mijn pake heb geleerd, al weet ik niet meer wanneer, dat je een doek over de vogel moet doen om het diertje rustig te krijgen. De vogel in het net bleek een vrouwtjesmerel en toen ik de doek over haar hoofd deed kon ik haar stevig beetpakken. Ze floot wat angstige liedjes, wat nog steeds schitterend klonk.
Toen kwam het moeilijkste van de bevrijdingsactie. Het net ontwarren rondom de pootjes en de vleugels. Terwijl mijn handen trilden probeerde ik heel voorzichtig het net rondom het beestje los te halen. Ik wilde het hele net van de vogel af krijgen maar na enige tijd prutsen realiseerde ik mij dat dit wel eens een onbegonnen werk kon zijn. Het zweet stond al snel op mijn voorhoofd en ik was erg blij dat mijn nichtje erbij was. Ze kon een schaar uit de kist ophalen terwijl ik de merel kon blijven vasthouden. Ook mijn zoontje werkte goed mee door zich de hele tijd zelf te vermaken.
Mijn nichtje was niet alleen een helpende hand, ze kwam ook nog eens met een goed idee. ‘We kunnen ook de dierenambulance bellen,’ opperde ze. Ik zag het nog niet zo voor me dat er een hele dierenambulance voor een merel zou komen, maar goed, het was iets om even te onthouden. In ieder geval ging ik hier niet op mijn hurken zitten wachten tot er iemand zou komen om het beestje op te halen dus de vogel moest er sowieso uit.
De vogel was nog levendig genoeg. Zodra de handdoek wat verschoof en er licht te zien was begon het druk te spartelen. Het was opletten geblazen maar tegelijkertijd ook een goed teken dat we het niet voor niets deden. Terwijl ik de vogel rustig hield, knipte mijn nichtje het net los. En toen was al snel duidelijk dat we de vogel niet konden loslaten. Om de staart zat een dik stuk net helemaal verstrikt. De merel zo vrij laten was net zo dodelijk als het laten zitten in het net. Ondertussen was er een klein ventje dat het inmiddels wel wat zat begon te worden, zo alleen in de buggy. En zo kwam de tip van de dierenambulance goed van pas. We deden de merel in een emmer en schermden de opening af met een knie-matje. De vrouwtjesmerel zat ons met heldere ogen aan te kijken en zag er wonderwel goed uit.
Ik belde ter plekke de dierenambulance. ‘Het duurt nog wel even voor ik er ben hoor,’ zei de dame aan de lijn. Nou, dat kwam goed uit want wij waren niet van plan om haar op de tuin op te ontvangen. Wij gingen huiswaarts, de merel ging met ons mee.
Thuis aangekomen hoefden we niet lang meer te wachten. De dame van de dierenambulancce was blij dat we de moeite hadden genomen om te bellen. We vroegen wat er met de vogel ging gebeuren, zou het ergens naar een vogelopvang gaan? ‘Nee hoor, we hebben speciale tangetjes om het net los te maken. We houden haar 24 uur ter observatie en daarna vliegt ze weer vrij rond.’ Dat was nog eens goed nieuws! En zo liep het voor déze verstrikte vogel gelukkig goed af. Moe maar voldaan konden we aan de koffie.
Ik zal het eerlijk toegeven: ik heb in mijn tuin afgelopen zomer een dode merel gevonden in mijn net. Over de bessenstruiken heb ik een net gemaakt om de vogels weg te houden en elke keer als ik er bezig ben geweest maak ik alle gaten weer zorgvuldig dicht. En toch komt er soms een vogel in. Ik baal er ontzettend van en heb voor het volgende tuinseizoen andere plannen. Maar zover is het nog niet en dit jaar moest ik het nog met het net doen. Cd’tjes en lintjes hebben niet genoeg geholpen om alle vogels te weren. De rode bessen zagen er te aantrekkelijk uit. Eén keer kon ik een vogel uit het net bevrijden, een andere keer vloog er net eentje weg toen ik kwam, al zat deze overigens aan de goede kant van het net.
Met al die verschrikte en verstrikte vogels is het net me een doorn in het oog. Ik heb gaas besteld en volgend jaar wil ik de bessen beschermen met een gaaswerk. De vogels kunnen er nog steeds in opgesloten raken maar zullen niet verstrikt raken in een net. Het is een klus die wel wat tijd kost en dat lukte me dit jaar niet meer voor de start van het tuinseizoen. Komend winter hoop ik ermee aan de slag te kunnen zodat het voor het nieuwe seizoen klaar is.
Inmiddels is de bessenoogst voorbij. Hoewel de aantrekkingskracht op de struikjes nu natuurlijk niet zo groot is, wil ik koste wat het kost vermijden dat er nóg eens een vogel vastzit in mijn net. En dus heb ik vandaag het net verwijderd. Het zat goed vast en ik moest het op de randen losknippen. Alleen in het midden bovenop zit het nu nog vast, maar zo kan het wel even, het werd namelijk alweer donker. Nog een voordeel van het opruimen van het net is dat ik nu veel makkelijkere het onkruid kan verwijderen. Want dat is ondertussen wel hard nodig!
Van mijn tante kreeg ik de een foto toegestuurd met de vraag of ik kon raden welk plantje dit is. Dat was leuk om te proberen uit te vogelen. Ik ben benieuwd of jullie het kunnen raden. Over een maand de oplossing.
Enige tijd geleden ben ik bezig geweest om de meloen handmatig te bestuiven. Om te kunnen zien of het gelukt was had ik de bestoven bloemetjes gemarkeerd met een stukje binddraad. En ja, het is gelukt! Er beginnen allemaal kleine meloenen te groeien.