Eind juli vroeg ik of jullie konden raden wat voor plant dit is.
Zoals beloofd hierbij de oplossing. Het gaat om bloeiende radijs.
Ik was zelf op het verkeerde been gebracht door de paarse bloemetjes aangezien ik er van overtuigd was dat radijs witte bloemen heeft. Nou, dat had ik dus mooi mis want wie even op het internet gaat zoeken ziet dat de meeste bloeiende radijs toch echt lichtpaarse bloemen heeft. Weer wat geleerd!
Ik ben niet de enige die wel eens een vogel in een net heeft. Het is erg vervelend als dit gebeurt en menig tuinder helpt wel eens een handje om een opgesloten vogel te bevrijden. Laatst beleefde ik met mijn nichtje zo nog een heel avontuur. Terwijl we op mijn tuin waren om wat te oogsten, zag mijn nichtje bij de buurman een vogel in een net zitten. Aan zijn gespartel was te zien dat het beestje nog behoorlijk in leven was. Die konden we niet laten zitten. Ik vind het erg vervelend om een vogel uit een net te moeten halen maar vind het helemaal verschrikkelijk om ze te laten zitten. Dus pakte ik een oude doek, parkeerde zoonlief in de buggy zó dat hij ons kon zien en toog met mijn nichtje naar de buurtuin.
Ik denk dat ik het eens van mijn pake heb geleerd, al weet ik niet meer wanneer, dat je een doek over de vogel moet doen om het diertje rustig te krijgen. De vogel in het net bleek een vrouwtjesmerel en toen ik de doek over haar hoofd deed kon ik haar stevig beetpakken. Ze floot wat angstige liedjes, wat nog steeds schitterend klonk.
Toen kwam het moeilijkste van de bevrijdingsactie. Het net ontwarren rondom de pootjes en de vleugels. Terwijl mijn handen trilden probeerde ik heel voorzichtig het net rondom het beestje los te halen. Ik wilde het hele net van de vogel af krijgen maar na enige tijd prutsen realiseerde ik mij dat dit wel eens een onbegonnen werk kon zijn. Het zweet stond al snel op mijn voorhoofd en ik was erg blij dat mijn nichtje erbij was. Ze kon een schaar uit de kist ophalen terwijl ik de merel kon blijven vasthouden. Ook mijn zoontje werkte goed mee door zich de hele tijd zelf te vermaken.
Mijn nichtje was niet alleen een helpende hand, ze kwam ook nog eens met een goed idee. ‘We kunnen ook de dierenambulance bellen,’ opperde ze. Ik zag het nog niet zo voor me dat er een hele dierenambulance voor een merel zou komen, maar goed, het was iets om even te onthouden. In ieder geval ging ik hier niet op mijn hurken zitten wachten tot er iemand zou komen om het beestje op te halen dus de vogel moest er sowieso uit.
De vogel was nog levendig genoeg. Zodra de handdoek wat verschoof en er licht te zien was begon het druk te spartelen. Het was opletten geblazen maar tegelijkertijd ook een goed teken dat we het niet voor niets deden. Terwijl ik de vogel rustig hield, knipte mijn nichtje het net los. En toen was al snel duidelijk dat we de vogel niet konden loslaten. Om de staart zat een dik stuk net helemaal verstrikt. De merel zo vrij laten was net zo dodelijk als het laten zitten in het net. Ondertussen was er een klein ventje dat het inmiddels wel wat zat begon te worden, zo alleen in de buggy. En zo kwam de tip van de dierenambulance goed van pas. We deden de merel in een emmer en schermden de opening af met een knie-matje. De vrouwtjesmerel zat ons met heldere ogen aan te kijken en zag er wonderwel goed uit.
Ik belde ter plekke de dierenambulance. ‘Het duurt nog wel even voor ik er ben hoor,’ zei de dame aan de lijn. Nou, dat kwam goed uit want wij waren niet van plan om haar op de tuin op te ontvangen. Wij gingen huiswaarts, de merel ging met ons mee.
Thuis aangekomen hoefden we niet lang meer te wachten. De dame van de dierenambulancce was blij dat we de moeite hadden genomen om te bellen. We vroegen wat er met de vogel ging gebeuren, zou het ergens naar een vogelopvang gaan? ‘Nee hoor, we hebben speciale tangetjes om het net los te maken. We houden haar 24 uur ter observatie en daarna vliegt ze weer vrij rond.’ Dat was nog eens goed nieuws! En zo liep het voor déze verstrikte vogel gelukkig goed af. Moe maar voldaan konden we aan de koffie.
Ik zal het eerlijk toegeven: ik heb in mijn tuin afgelopen zomer een dode merel gevonden in mijn net. Over de bessenstruiken heb ik een net gemaakt om de vogels weg te houden en elke keer als ik er bezig ben geweest maak ik alle gaten weer zorgvuldig dicht. En toch komt er soms een vogel in. Ik baal er ontzettend van en heb voor het volgende tuinseizoen andere plannen. Maar zover is het nog niet en dit jaar moest ik het nog met het net doen. Cd’tjes en lintjes hebben niet genoeg geholpen om alle vogels te weren. De rode bessen zagen er te aantrekkelijk uit. Eén keer kon ik een vogel uit het net bevrijden, een andere keer vloog er net eentje weg toen ik kwam, al zat deze overigens aan de goede kant van het net.
Met al die verschrikte en verstrikte vogels is het net me een doorn in het oog. Ik heb gaas besteld en volgend jaar wil ik de bessen beschermen met een gaaswerk. De vogels kunnen er nog steeds in opgesloten raken maar zullen niet verstrikt raken in een net. Het is een klus die wel wat tijd kost en dat lukte me dit jaar niet meer voor de start van het tuinseizoen. Komend winter hoop ik ermee aan de slag te kunnen zodat het voor het nieuwe seizoen klaar is.
Inmiddels is de bessenoogst voorbij. Hoewel de aantrekkingskracht op de struikjes nu natuurlijk niet zo groot is, wil ik koste wat het kost vermijden dat er nóg eens een vogel vastzit in mijn net. En dus heb ik vandaag het net verwijderd. Het zat goed vast en ik moest het op de randen losknippen. Alleen in het midden bovenop zit het nu nog vast, maar zo kan het wel even, het werd namelijk alweer donker. Nog een voordeel van het opruimen van het net is dat ik nu veel makkelijkere het onkruid kan verwijderen. Want dat is ondertussen wel hard nodig!
Van mijn tante kreeg ik de een foto toegestuurd met de vraag of ik kon raden welk plantje dit is. Dat was leuk om te proberen uit te vogelen. Ik ben benieuwd of jullie het kunnen raden. Over een maand de oplossing.
Enige tijd geleden ben ik bezig geweest om de meloen handmatig te bestuiven. Om te kunnen zien of het gelukt was had ik de bestoven bloemetjes gemarkeerd met een stukje binddraad. En ja, het is gelukt! Er beginnen allemaal kleine meloenen te groeien.
Witte klaver is een groenbemester. Vorig jaar heb ik deze gezaaid op een stukje braakliggende tuin. Begin dit jaar heb ik deze enigszins door de aarde gewerkt. Aangezien ik liever niet wil spitten in mijn tuin om het bodemleven niet te verstoren, was de klaver dus niet goed ondergewerkt. Ik wist dat deze weer opnieuw zou gaan groeien en dat is inderdaad gebeurd.
Ik had echter wel aardappels gepoot in dit veldje. Het leek me niet verkeerd dat de klaverplantjes de bodem zouden bedekken en zo het onkroud tegen zouden houden. Maar, de klaver doet het erg goed en de aardappelen raakten wat verstopt tussen alle klaver.
De klaver bloeit inmiddels volop, een mooi gezicht. Maar de aardappelplanten vind ik toch wat belangrijker dus ben ik zaterdag maar begonnen met het weghalen van de klaver. Niet alle aardappelplanten waren groot genoeg om boven de klaver uit te komen.
Het veldje aardappelplanten is inmiddels weer een aardappelveldje geworden. De witte klaver heb ik bewaard want een groenbemester is juist goed voor mijn tuin. Alleen de vraag is nog even: hoe krijg ik het dusdanig goed onder de grond dat het gaat verteren in plaats van weer verder groeien?
Ik zit te overwegen om een kuil te graven en het daar in te gooien. Maar misschien kan het ook wel gewoon op de composthoop. Terwijl ik me zit af te vragen hoe je de stikstof het meest efficiënt in de tuin krijgt ligt de klaver op een berg op een kaal stukje grond. Nog even wachten en het probleem is gewoon een vakje verplaatst.
Ik herinner me dat ik dit probleem al eens eerder gehad heb. Een paar jaar geleden bleef de klaver ook maar weer terugkomen en ik had me bedacht dat ik beter een andere groenbemester kon kiezen.
Op zo’n moment als deze, waarin een grote berg klaver me ligt aan te staren vraag ik me af waarom ik tóch weer klaver heb gezaaid. Klaver is een sterke plant die vrolijk verder groeit als er nog wat groen boven de aarde uitpiept. Goed spitten dus om het door de aarde heen te werken. Het lijkt niet echt geschikt voor iemand die niet wil spitten. En toch heb ik het weer gekocht en gezaaid. Klaver bindt namelijk stikstof uit de lucht en slaat dit op in zijn wortels. En die voedingsstof wil ik meer in mijn tuin hebben. Nou, de stikstof ligt dus opgeslagen in de wortels van de klaver, op een berg in de tuin. Het moet alleen nog even op de juiste manier verwerkt worden zodat er plantjes profijt van gaan hebben. Tips zijn van harte welkom.
In januari schreef ik dat ik de appelboom had gesnoeid. De appelboom staat op de rand van mijn tuin, als afscherming van de sloot, en heeft vorig jaar geen vrucht gegeven. Omdat er twee dikke stammen vrijwel tegen elkaar aan groeiden heb ik heel rigoureus één stam afgezaagd en zo de boom bijna gehalveerd.
De boom heeft het overleefd en doet het zelfs heel goed. Deze week zag ik dat er een heleboel appels in zitten! Ik heb geen idee wat voor soort het is en of het lekkere appels zijn. Ik ben van plan de appels nog flink uit te dunnen in de hoop dat de appels dikker worden. Maar misschien is de appelsoort ook wel klein, dat is natuurlijk even afwachten. Mocht nog iemand me kunnen vertellen hoe je ziet welke soort dit is, dan hoor ik het graag. En anders wordt het misschien wel duidelijk als de appels rijp zijn voor de oogst.
Terwijl ik lekker aan het tuinieren was en het onkruid tussen de plantjes verwijderde kreeg ik gezelschap van twee lieveheersbeestjes. Twee verliefde lieveheersbeestjes. Zo zagen ze er in ieder geval wel uit. Of misschien was de verliefdheid al overgegaan in duurzame liefde. Of misschien waren ze gewoon uit op voortplanting. In ieder geval, ze liepen boven op elkaar over de tegels tussen mij en mijn onkruidemmer. Aangezien ik een liefhebber ben van lieveheersbeestjes sinds ik weet dat ze luizen eten, deed ik erg mijn best om ze niet te pletten. En daarvoor moest ik wel goed opletten want ze renden nogal enthousiast heen en weer. Maar op een gegeven moment was ik ze kwijt en ik hoopte maar dat ze niet plat onder mijn slippers zaten. Of gespietst aan mijn schepje. Of… ja, wat kan een lieveheersbeestje toch niet allemaal aan gevaren tegenkomen in zijn leven. Ik mijmerde over de kwetsbaarheid van deze kleine diertjes en tuinierde maar wat verder.
Opeens voelde ik wat gekriebel op mijn been. De lieveheersbeestjes waren nog niet klaar en banjerden vrolijk verder. Geen obstakel was hun te hoog, geen plaats te gek. Ik hield maar even pauze en even later waren ze alweer andere ‘bergen’ aan het beklimmen.
Ik hoop dat ze vele kleintjes voortbrengen en nog vele luizen zullen verorberen.
Dit jaar is het de derde of misschien al de vierde keer dat ik zelf meloenen ga kweken. En zo langzamerhand begin ik een beetje door te krijgen waar ik op moet letten. In mijn notitieboekje staat bij de aantekeningen van de meloenen heel dik onderstreept: “Bij meloenen is de snoei het belangrijkste!!” En dat is niet voor niets. Het is me al twee keer overkomen dat ik zat te wachten op beginnende vruchten en te laat bedacht dat ik daarvoor eerst nog de plant moest toppen. Speciaal voor jullie een blogstukje over: hoe moet ik een meloenplant snoeien?
Mocht je je afvragen of het mogelijk is om meloenen te kweken in een koude kas: ja, dat is het zeker. Vorig jaar had ik 15 overheerlijke galiameloenen. Je kunt ze later oogsten dan de meloenen die in de winkel liggen en ze waren zo rijp dat we de schil er zo vanaf konden trekken. De meloen smolt op je tong, zo lekker. Het is dus zeker een aanrader. Maar, dan moet je wel even weten hoe je ze moet snoeien.
Snoeien
Meloenplanten hebben mannelijke en vrouwelijke bloemen, net als de courgetteplant. De vrouwelijke bloemen komen echter niet zomaar tevoorschijn. De meloen moet zijtakken maken en vervolgens ook nog eens zijtakken aan deze zijtakken. Om te voorkomen dat je met een héle grote meloenplant zit zonder vruchten is het dus belangrijk dat je op tijd de plant topt. Als de plant 4-5 bladeren heeft, breek je de top eraf. Hierdoor gaat de plant zijtakken maken. Deze zijtakken ga je ook nog een keer toppen, na het 6e blad. Zo komen er aan de zijtakken nog dunnere zijtakken. Aan deze laatste, dunne, zijtakjes komen vrouwelijk bloemen. Je kunt ze herkennen aan het ieniemienie vruchtje wat er al aan zit.
Om het te verduidelijken heb ik voor jullie even foto’s gemaakt na het snoeien. Op de gemarkeerde foto zien jullie met rood de hoofdtak aangestreept. Met blauw is een zijtak gemarkeerd en paars is een zijtak van een zijtak.
Het ziet er misschien als een wirwar aan takken uit en in werkelijkheid is het dat ook. Terwijl ik krampachtig mijn best deed om nergens op een meloentak te gaan zitten deed ik zorgvuldig mijn best om de boel wat te ordenen zonder een tak te gaan breken. Ik vermoed dat ze bij de professionele kwekers de meloenen de lucht in laten groeien want dat houdt het een stuk overzichtelijker. Maar met wat geduld en goed kijken kom je er zo ook wel. Bij de hoofdtak heb ik elke nagelopen zijtak gemarkeerd met een binddraadje. Zo weet ik welke zijtak alweer getopt is en hoef ik die binnenkort niet nog eens uit de knoop te halen.
Bestuiven
Het was nog te vroeg om de vrouwelijke bloemen te bestuiven maar ik heb de kas iets opengelaten en hoop dat de bijen hun werk doen zodra het kan. Binnenkort ga ik met een kwastje aan de slag voor de eventuele onbestoven bloemen. Hierbij moet je de mannelijke bloem over de vrouwelijke bloem wrijven. De vrouwelijke bloem is te herkennen aan het hele kleine vruchtbeginsel dat er zit en het groeit dus aan de zijtak van de zijtak.
Ik had vandaag heerlijk een dagje voor mijzelf en was van plan lekker in de tuin aan de gang te gaan. Net nadat ik met mijn vriendin had afgesproken hoe laat we op de tuin zouden zijn, zag ik dat het buiten heel hard miezerde. Ai, dat had buienradar niet gezegd, want dan moet je de miezerregenradar bekijken. Maar mijn vriendin vond het niet erg dus ik vond dat ik dan ook niet thuis kon blijven. En met geschikte kleding is het ook wel te doen.
Mijn regenbroek is al een aantal decennia oud en niet meer al te florisant. Ideaal dus voor een dagje tuinieren in de regen. Mijn tuinjas kan evengoed tegen de modder en de laarzen stonden al klaar. Vooruit dan maar.
100 meter van huis keerde ik maar weer om, mijn regenhoedje moest ook mee, anders had ik de hele tijd regendruppels op mijn bril.
Mijn vriendin heeft haar volkstuin achter die van mij zitten en we hebben allebei nogal last van de pispotjes die over en weer groeien. Tijd om dat eens aan te pakken. Het grootste probleem is het randje met wat frambozenstruiken die al in mijn tuin stonden toen ik de tuin kreeg. Er groeien een heleboel pispotjes tussen de wortels door. Als je de frambozen niet wilt beschadigen kun je de pispotjes hooguit steeds lostrekken terwijl de wortels uitgraven een veel groter en langduriger effect heeft. Ik besloot het rigoureus aan te pakken en alle frambozen eruit te halen. Eigenlijk had ik het al willen doen toen ik de tuin net kreeg maar mijn eigen frambozen waren nog maar net verhuisd en moesten nog gaan wortelen dus ik wilde graag de bestaande frambozen nog even houden als reserve.
In mum van tijd hadden we de frambozen eruit en een groot deel kon nog wel overgeplant worden nadat we de wortels zorgvuldig hadden gecheckt. We hebben de aarde zorgvuldig nagelopen om alle resterende wortels eruit te halen. Wat een voldaan gevoel geeft het toch als je dan weer een flink stuk dikke witte wortel van het pispotje uit de aarde kunt vissen en je weet dat je Team Pispotje een flinke slag toebrengt.
Het was erg gezellig zo samen en de miezerregen hield al snel een pauze. Tegen de tijd dat we zelf pauze hielden met een kopje thee zag het er al heel wat beter uit. De tuin dan. Zelf zaten we nogal onder de modder. Net zoals het tuingereedschap, de handschoenen die 3 mm dikker waren geworden en het tegelpad.
Na bijna 3 uur tuinieren vonden we het wel weer welletjes. Tijd om de boel schoon te maken en naar huis te gaan voor een douche.