Boek over kamerplanten

Rob Herwig kamerplantenZoals ik gister al schreef kocht ik laatst een boek over kamerplanten. Zoals mijn meeste tuinboeken kocht ik dit exemplaar bij de kringloop. De auteur is Rob Herwig. Als zoon van een kweker groeide hij ongeveer op in de kas en hij weet ontzettend veel over de verzorging van planten. Sinds 1966 heeft hij al heel wat boeken over planten geschreven. De boeken van hem zijn vaak oud, dit exemplaar stamt uit 1987, maar dat is voor veel informatie helemaal geen probleem. Misschien staan de ‘hippe’ planten staan er niet in beschreven, maar ook de ‘mode’ van de planten schommelt en oude soorten worden vanzelf weer populair. En een voordeel van oude boeken is dat ze vaak goed in de kringloop te vinden zijn.

Ik twijfelde of ik dit boek moest meenemen. Ik verdiep me niet zo in mijn kamerplanten en wilde niet een boek aanschaffen dat maar in de kast lag te verstoffen. Maar het kostte niet zoveel en soms is het zo handig om een goed naslagwerk te hebben liggen.

Thuis bladerde ik het boek eens door en ik kwam tot de ontdekking dat het erg interessant is om eens wat te lezen over kamerplanten. Sommige planten worden veel verkocht maar blijken eigenlijk totaal ongeschikt te zijn voor de huiskamer. De schrijver heeft hier een leuk hoofdstuk aan gewijd: Weggooiplanten. Planten die zullen verpieteren, hóe goed je ze ook verzorgt. Andere kamerplanten doen het zó goed dat je een winkel vol aan stekjes kunt verzamelen of dat de plant de eigenaar overleeft.

Het boek bevat zóveel soorten kamer-, kas- en kuipplanten dat ik me afvraag of ik een volkstuin nog wel nodig heb met zoveel mogelijkheden ‘gewoon in huis’. Maar het buiten zijn geeft me altijd veel plezier en dat zal wel de reden zijn waarom ik me nog altijd meer heb verdiept in tuinplanten dan in kamerplanten. Leuk om te lezen hoeveel je met je ‘eenvoudige’ kamerplanten kunt doen. Wie weet is het een leuke afwisseling op de volkstuin. Als het een keer regent of zo. Tenslotte zie ik mijn kamerplanten vaker dan mijn volkstuin.


Het volkomen kamerplantenboek. 1000 kamer-, kas- en kuipplanten. Auteur: Rob Herwig.

Jaar van uitgave: 1987. Uitgever Zomer & Keuning Boeken B.V. ISBN 90 210 0356 2

Gemakkelijk thuis kiemen kweken

kiemen kwekenEen dag later dan gepland het beloofde stukje over thuis kiemen kweken. Het is ontzettend makkelijk, je hoeft er weinig ruimte, geduld of tijd voor te hebben. Wat je wel nodig hebt: een glazen potje, een gaasje (of doek die wel water door laat maar geen zaden) elastiek en kiemzaden. Afhankelijk van het soort zaad dat je gaat kiemen is het na 5 dagen tot 2 weken klaar. Leuk om eens te proberen, ook met kinderen.

Hierbij de handleiding.

Zorg dat het potje en doekje goed schoon zijn. Doe ongeveer een eetlepel zaden en voldoende water in het potje en laat het geheel weken. Doorgaans is dit 8 uur, dit verschilt per zaad.

Na het weken spoel je het water weg (Doe hiervoor het gaasje met behulp van het elastiek op het potje.) Vul het potje nogmaals met water, schud even flink, en laat het water goed weglopen.

alfalfa
twee eetlepels zaad van alfalfa, na een week kiemen

Vanaf nu ga je 2x per dag de zaden/kiemen goed spoelen met water. Om ervoor te zorgen dat er geen water in het potje blijft staan zet je het potje schuin weg (bijvoorbeeld in een schaaltje) maar niet op de kop. Er moet namelijk luchtcirculatie blijven om schimmel te voorkomen. Het potje hoeft niet in het licht te staan. Sommige kiemen kun je, als ze klaar zijn, nog een aantal uren in het daglicht zetten om groen te kleuren maar bij de meeste is dit niet nodig.

Als de kiemen klaar zijn kun je ze vervolgens nog zo’n week in de koelkast bewaren. Spoel ze zo nu en dan even af met water en zorg dat ze niet in het water blijven staan. Ook als je tussendoor geen tijd hebt kun je het groeiproces ‘pauzeren’ door de kiemen in de koelkast te zetten.

Je heb vele soorten kiemen, van taugé en rode biet tot boerenkool. Ze zijn geschikt voor salades, op brood of in de soep, afhankelijk van de soort.

Nog enkele aandachtspunten:

  • Gebruik biologische kiemzaden. Omdat je bij deze manier van kweken relatief veel van het startproduct eet en vaak ook de zaden binnenkrijgt is het belangrijk dat er geen pesticiden op de zaden zitten. Daarnaast heeft kiemzaden de voorkeur boven ‘gewone’ zaden omdat kiemzaden verplicht op bepaalde bacteriën getest moeten worden.
  • Zorg er steeds voor dat de kiemen vochtig zijn maar niet in water staan, ook als je ze in de koelkast bewaard. In de zomer kan dit betekenen dat je 3x per dag moet spoelen.
  • Veel zaden kun je kiemen, maar sommige niet. Aardappel-, tomaten-, aubergine-, paprikaplanten en pepers zijn giftig.

Ik kan er nog veel meer over vertellen, maar hier houd ik het voorlopig bij. Ik ben benieuwd wie er nu thuis gaat kiemen kweken! Voor wie er meer over wil weten:

  • ‘Kiemen kweken in je eigen keuken,’ door Rita Galchus ISBN 978 94 6250 051 8 > een heel interessant boek boordevol informatie. Hierin staan ook de verschillende hulpmiddelen voor het kiemen in beschreven.
  • ‘Kiemen en microgroenten kweken,’ door Peter Bauwens ISBN 978 90 447 3132 3 > eveneens een interessant boek, ik heb het alleen nog niet uit 😉
  • www.depeuleschil.nl > handige site met informatie maar ook eentje waar je veel verschillende soorten kiemzaden kunt bestellen.

 

Snoeien met het boek in de hand

Er zijn nog heel veel dingen omtrent tuinieren waar ik weinig vanaf weet. Hoe minder ik ervan weet, hoe interessanter ik het vind. Ik vind het namelijk heerlijk om op zoek te gaan naar nieuwe informatie. Het liefst ook nog over iets waar ik in mijn eigen tuin ook weer gebruik van kan maken.

Laatst liep ik er tegenaan dat ik niet zo goed weet hoe je bessenstruiken moet snoeien. Wat ik wél weet, is dat je bij verkeerd snoeien een jaar zonder oogst kunt zitten. Appel- en perenbomen vind ik ook lastig om aan te pakken. Ik doe het doorgaans met de instructies in mijn ene hand en de snoeischaar in de andere. Want hoewel het plaatje erg verhelderend kan zijn, mijn eigen boom/struik ziet er altijd totaal anders uit. Bovendien begint een boek vaak met jaar 1, en zijn de eerste jaren in de praktijk soms allang voorbij.

stap-voor-stap snoeienHet leek me niet onverstandig om eens een boek aan te schaffen over snoeien. Prompt kwam ik in de boekwinkel een boek tegen dat voldeed aan mijn wensen. Veel soorten fruitbomen en -struiken, rozen, hagen, bomen en heesters. Precies het boek dat ik zocht! stap-voor-stap snoeien

De instructie voor de rode bessenstruik omvat 4 pagina’s met duidelijke tekeningen. Daar kan ik beter mee uit de voeten dan de tweeregelige instructies die ik in mijn andere tuinboeken vond. Komend jaar zal moeten leren of het goed gebeurd is.


Stap-voor-stap Snoeien door Christopher Brickell.  ISBN 978 90 5210 890 2

Makkelijke moestuin

makkelijke moestuinEen makkelijke moestuin, wie wil dat nu niet? Dat dacht Jelle Medema ook en hij heeft over zijn manier van makkelijk moestuinieren een boek geschreven. Nu heb ik er geen problemen mee dat ik veel werk heb van mijn moestuin aangezien een hobby nooit lang genoeg kan duren, maar ik was wel benieuwd naar het boek. En ik kan het jullie zeker aanraden! Helemaal mensen die eigenlijk wel eens wat eigen groenten zouden willen verbouwen maar niet zo goed weten hoe ze het moeten aanpakken en tegen het vele werk aanhikken.

In het kort houdt de Makkelijke Moestuin in dat je een speciale combinatie gebruikt van turfmolm, compost en vermiculiet om in een vierkante bak je groenten in op te kweken. De bakken van één vierkante meter zullen velen inmiddels wel bekend voorkomen, ik zie ze steeds meer om mij heen verschijnen. De kleine bak maakt de moestuin overzichtelijk en je kunt overal makkelijk bij. Het mengsel van turfmolm, compost en vermiculiet is een zeer vruchtbaar mengsel wat ook nog eens veel vocht kan vasthouden waardoor je in verhouding veel minder aarde nodig hebt om de groente te laten groeien. In het boek wordt stapsgewijs beschreven hoe je het starten van zo’n moestuinbak aan kunt pakken en waar je tegenaan kunt lopen. Leken zullen (op het woord vermiculiet na) niet struikelen over ingewikkelde tuintermen want alles wordt heel duidelijk beschreven. Maar ook voor actieve tuinders is het een leerzaam boek.

Morgen vertel ik wat meer over vermiculiet, dat woord dat doet denken aan vermicelli maar toch totaal wat anders is.

Compost II

Mijn zoektocht naar compost maken begint bij de boeken in mijn eigen kast. Drie boeken geven drie verschillende uitleggen. Daar begint het probleem al. Ik weet meteen weer waarom ik twee jaar geleden maar gewoon alles op een hoop heb gegooid met de gedachte ‘ik zie wel wat er van komt’. Gelukkig is er ook een boek dat die gedachte ondersteunt 😉

De keuze tussen de verschillende methodes om compost te maken hangt met name af van het tijdsbestek waarin je wilt dat de compost klaar is en hoeveel werk je ervan wilt hebben. Zo doen grote stukken  er langer over om te composteren dan kleine stukken maar hebben deze wel als voordeel dat je het er zo op kunt gooien.

Even een korte omschrijving van de drie methodes die ik net heb gelezen.

In ‘Tuinspecialist Moestuin’ wordt een bewerkelijke methode beschreven hoe je compost kunt maken met laagjes. Laagjes afval, water en een versneller als ammonniasulfaat en superfosfaat.

‘Het grote moestuinboek’ beschrijft heel gedetailleerd hoe je een kuil van zo’n 15 cm moet graven en daarin lagen moet maken van stro/compost/mest, vervolgens plantaardig materiaal, laagje kalk en een laagje grond.

Dit klinkt mij al natuurlijker in de oren dan een compostversneller maar het lijkt me nog steeds bewerkelijk. Mijn composthoop heb ik namelijk niet alleen om compost te maken maar ook voor het gemak om mijn plantaardige afval gemakkelijk kwijt te kunnen. Als ik bij elke 15 cm eerst weer andere dingen moet toevoegen wordt het mij te bewerkelijk. Daarom heeft de methode van het derde boek, ‘Genoeg’, mijn voorkeur.

De schrijver van ‘Genoeg’ heeft geen ‘laagjesmethode’ maar gooit alles gewoon op de composthoop. Hij zegt er wel bij dat je moet opletten dat het materiaal niet te houtig mag zijn (aha, ziedaar mijn takkenprobleem), dat het vrij fijn moet zijn en dat het gelijkmatig over de hoop verdeelt moet worden. Als je allerlei verschillende materialen op je composthoop gooit zal de compost uit een gebalanceerde portie voedingsstoffen bestaan. Dat is nu net mijn bedoeling.

Inmiddels heb ik al een hele lap tekst geschreven maar er valt nog veel meer te vertellen over compost. Wat er wel en niet op de hoop mag, wat je kunt doen tegen uitdrogen en hoe het nu precies zit met onkruid en hitte. Ik beschrijf dit later nog eens, tenslotte heeft de composthoop alle tijd.

 

De boeken die ik gebruikt heb zijn:

  • ‘ Genoeg, moderne gids voor duurzaam leven’ door Tom Petherick (2007)
  • ‘ Het grote moestuin boek’ door Hans van den Bosch (jaartal onbekend)
  • ‘Tuinspecialist Moestuin’ door A. & G. Bridgewater (2008)