Aardappels rooien

Vorige week ben ik aan het aardappels rooien geweest. Jaja, in mei, ik zal zeker de eerste zijn van het complex. Ik kwam geweldig grote aardappels tegen, zulke waarvan je aan één al genoeg hebt voor je maaltijd. Ik vind het dan ook heel bijzonder dat ik zulke dikkerds vorig jaar bij het oogsten niet tegengekomen ben. Je kúnt ze eenvoudigweg niet over het hoofd zien. Blijkbaar wel. Vorig jaar heb ik genoeg aardappels in de grond laten zitten om nog een maand van te kunnen eten. Aardappels rooien is niet mijn sterkste kant.

Dit jaar ga ik maar verder met rooien, al gaan de piepers nu wel bij het afval. Overal komen namelijk aardappelplanten op, het onkruid is er niks bij. Van sommige stukken wist ik dat er nog wat in moest zitten. Vorig jaar was ik druk bezig met het rooien en tegelijkertijd probeerde ik de wortels van de pispotjes uit de aarde te vissen. Op den duur was ik de draad kwijt en wist ik niet meer waar ik precies gebleven was. Als er dan óók nog eens twee weken voorbij gaan voor je weer verder kunt… Nou ja, vandaar dus.

Inmiddels is er weer heel wat gerooid en hopelijk blijven de aardappelplanten nu weg. De phacelia die overal opkwam moet ook steeds meer terrein inleveren. Zolang ik er niks voor in de plek zetten kan mag het blijven staan voor de bijen. Ze maken er druk gebruik van. De rest wordt gerooid, klein gemaakt en over de tuin verspreid. En dan is een stukje tuin heel snel netjes te maken. Wat dat betreft heb ik liever wat teveel phacelia dan aardappels 😉

Onkruid, heel veel onkruid

M&M-tuin

In de M&M-tuin gedijt het onkruid goed. Dit komt deels doordat er nog weinig planten in staan. Verder groeit er in de tuinen om mij heen soms ook best wat (uitzaaiend) onkruid en tenslotte ben ik er zelf te weinig om het goed bij te houden.

Vooral achter in de tuin zit hardnekkig spul. Pispotjes die nog altijd niet volledig zijn uitgegraven beginnen elke keer fanatiek weer opnieuw. Terwijl ik actief bezig ben met het inzaaien van phacelia, is het regelmatig het onkruid dat overwint. Maar… niet meer altijd. Zo staat er al een ‘plukje’ paarse phacelia in bloei. Het geeft me nieuwe moed.

Afgelopen vrijdag ben ik heel hard aan het werk gegaan en het resultaat mag er zijn. De maggiplant achterin werd flink gesnoeid. Het leverde het eerste hoopje voor de (toekomstige) composthoop op. Tussen de tegels van het pad haalde ik de heermoes weg (het zal er over twee weken wel weer staan, dat krijg je met onkruid tussen de tegels) en zo kan ik opeens weer helemaal tot achteraan doorlopen.

Bij de aardappels stond het onkruid al behoorlijk hoog. Vóór het poten van de aardappels zijn mijn vriend en ik grondig bezig geweest om pispotjes en heermoes weg te halen. Dat is (gelukkig) duidelijk te merken. Er stond alleen onkruid dat gemakkelijk weg te halen was. Met bosjes tegelijk kon ik het eruit trekken. Het was een heerlijk klusje want het leverde meteen mooi resultaat op. De aardappelplanten kwamen opeens tevoorschijn uit de groene zee. Wat verder naar achteren stond een ander soort onkruid nogal hoog. De naam is mij onbekend, in de Spruitenieren-tuin heb ik er geen (of weinig) last van. Dit bleek onkruid te zijn met een nadelig effect op de aardappelplanten. Het onkruid hinderde de aardappelen om te groeien. Dikke stengels getuigden van hun gulzige aard. Ook daar werden de aardappels bevrijd.

Inmiddels is het meeste van het onkruid tussen de aardappels eruit getrokken. Ik vulde er vier complete vuilniszakken mee.

Niet alleen in de tuin was het resultaat van mijn harde arbeid te merken. Ook mijn huid kon er van meegenieten. Het uitschudden van de onkruidplanten liet het zand in het rond vliegen. Een zwetend lijf laat al die zandkorrels niet meer los. Een paar keer kriebelbeestje wegvegen met een modderige handschoen maakte het modderbad compleet. Thuis kon ik rechtstreeks onder de douche en erna voldaan op de bank uitrusten met een vers bakje koffie. Wat een heerlijke actieve dag. 🙂