Het is een hele kunst om in de winter nog regelmatig uit eigen tuin te kunnen eten. Er zijn diverse soorten wintergroenten en met goed plannen en uitkienen is er nog heel wat mogelijk. De bekende groenten zijn de boerenkool en de prei. Je ziet ze in de winter duidelijk staan op de vrijwel lege volkstuinen. Maar winterpostelein en veldsla voor de knapperige, frisse rauwkost of soep kunnen ook. Dan is er nog de aardpeer, al zal ik die waarschijnlijk niet bij de groenten mogen rekenen. Voor degenen die nog wat hebben bewaard zal er nog wat in de vriezer kunnen zitten of is er nog keus uit gedroogde bonen of de lang te bewaren pompoenen.
Behalve de veldsla (helaas niet opgekomen) kan ik nog uit al deze soorten kiezen. Toch eet ik momenteel maar weinig uit eigen tuin. Veel droogbonen heb ik dit jaar niet, de vriezer heeft enkel nog wat restjes en de prei is maar dun gebleven.
Maar de belangrijkste oorzaak ligt vooral in het feit dat ik maar weinig in mijn tuin kom. Even wat winterpostelein gebruiken voor een frisse salade is alleen praktisch als ik die dag (of de dag ervoor) in mijn tuin ben geweest. Juist de winterpostelein is erg geschikt om in kleine beetjes te oogsten. Hetzelfde geldt voor de aardpeer. En hoewel prei wat langer te bewaren is, is een gespreide oogst wel handiger.
Maar gelukkig, boerenkool gaat bij mij altijd eerst in de vriezer voor ik ervan ga eten. Met een halflege vriezer leek het mij vorige week dan ook erg geschikt om alle boerenkool te oogsten. Zo zijn de wintergroenten tenminste bij de hand. En binnenkort zal ik maar weer eens een flinke pompoen gaan slachten. Tenslotte zijn die voor de winter bewaard en met het winterse weer van de afgelopen dagen is de winter overduidelijk begonnen.