Oogsten

Met het mooie weer vorige week ben ik niet alleen wezen verhuizen maar ook wezen oogsten. Er stonden nog twee prachtige grote kroppen andijvie, er zitten nog worteltjes in de grond en er is nog prei.

De bonen had ik al een tijd links laten liggen om de bonen de kans te geven dik te worden en aan de struik te drogen. Nu ik de tuin aan het opruimen ben wilde ik de bonenstaken allemaal uit de grond hebben. Ik plukte alle bonen die er nog waren en kwam erachter dat er nog steeds jonge frisse sperziebonen aan de planten groeiden. “Zal ik ze wel rooien?” vroeg ik mijzelf af. Tenslotte lusten we graag boontjes en wie weet kon ik er dan nog een portie van oogsten binnenkort. Ik twijfelde en plukte eerst maar alle droge en dikke bonen eraf. De jonge bonen kwamen in een apart zakje. Het bleek een ruime portie bonen te zijn.

Aan de struiken zaten her en der nog weer nieuwe maar de meeste struiken bleken toch wel aan het eind van hun Latijn. Dan maar rooien. Tenslotte moet het opruimen van de oude planten óók voor 1 januari gebeurd zijn.

De zak met droge of dikke bonen is behoorlijk vol. Thuisgekomen weet ik even niet waar ik het allemaal moet neerleggen om te drogen. Een hoekje in de garage is al snel vol. Sommige bonen zijn nog veel te ‘vers’ dus ik kan ze niet te dicht op elkaar leggen. Er moeten toch maar wat in de woonkamer liggen. Met de vloerverwarming in de woonkamer gaat het drogen misschien ook wel sneller. Zo stoken wij niet voor de vogeltjes maar voor onze boontjes 😉

Update II

In mijn volkstuin groeien natuurlijk niet alleen maar mooie bloemen, al zou je het soms denken. Tussen de uit de kluiten gewassen Acanthus, de rijkelijk uitgezaaide phacelia, de vele papaver en de explosief groeiende anjers, groeien ook nog ergens wat groenten. En deze groeien minstens zo hard als de bloemen, zo niet nóg harder.

De wortels staan in mooie rijtjes naast de prei. Hoewel de meeste wortels er goed uitzien, lijkt de rode soort het dit jaar nog slechter te doen dan vorig jaar. Het zal wel erg gevoelig zijn voor warmte en droogte want de één na de ander schiet in bloei.

Een paar preiplantjes die ik in het voorjaar heb gekocht om de oogst te spreiden zijn klaar om geoogst te worden. Grote planten, dacht ik. Tot ik er eentje uittrok en ontdekte dat ik ze vergeten ben te ‘zetten’. De onderkant van de schacht is bijna niet wit omdat er maar een paar centimeter onder de grond heeft gezeten. O ja… 😀 Ach, de prei was groot genoeg. Binnenkort de nieuwe, jonge planten maar eens met de pootstok in de grond zetten.

De tomatenplanten groeien goed, ik moet regelmatig dieven. In één week heb ik zo een dief van 20 cm. Dat gaat wel snel met dit weer.

De bonen moest ik tussen het onkruid vandaan vissen en hadden een achterstand opgelopen. Wat wil je ook als het onkruid ze boven de pet groeit. Gelukkig staan ze nu weer vrij, volop in de zon en groeien ze lekker hard. Een paar planten zijn doodgegaan of het zaad is niet opgekomen. Tsja, het was even in een drukke periode. Ik heb er nog wat bij gezaaid en er is best kans dat die boontjes de achterstand wel weer inlopen.

De andijvie is inmiddels op. Drie mooie, dikke kroppen andijvie, mooi na elkaar klaar. Ik heb alweer nieuwe gezaaid en deze plantjes zijn nu zo’n 7 cm.

Aan de kapucijners heb ik dit jaar weinig gedaan. Tegen de tijd dat ik aandacht aan ze wilde besteden waren de eersten al rijp voor de oogst. We hebben er al een paar keer van gegeten en de laatsten zitten in de vriezer. Ik vermoed dat er van mijn oude, zelf gevangen zaad, toch wat opgekomen is en dat daar doperwten tussen hebben gezeten. Tsja, als het zaad eenmaal gedroogd is zie ik het verschil niet meer zo goed. Tussen de paarse kapucijners groeiden groene peulen: doperwten. En er groeiden paarsgroene peulen: dopcijners. Of kaperwten.

De eerste courgetteplant begint courgettes te produceren. We hebben er al twee op en er zaten alweer genoeg nieuwe aan. De andere courgetteplant is nog niet zover. Met het zaaien was er de eerste keer maar eentje opgekomen. De twee die ik erna zaaide kwamen allebei op. Gelukkig kon ik er een andere tuinder blij mee maken. Eén plantje slijten is makkelijker dan 30 courgettes 😉

Het is maar goed ook dat er weer courgettes zijn. De zoetzuur die ik er van maak is bij ons favoriet en inmiddels is de voorraad van vorig jaar bijna op. Waarschijnlijk komt het precies uit.

Als laatste nog even over de rabarber. Want ó, wat heb ik daar dit jaar veel oogst van! Ik geloof dat ik de 15 kilo wel haal. Ik gaf dan ook graag wat weg (1/3 van de vriezer zit nu vol rabarber) en gelukkig zijn er altijd wel liefhebbers voor. Aan het eind van het tuinjaar zal ik ook wat planten eruit halen, de eerste liefhebber heeft zich al gemeld.

Bonen

Het plekje voor de bonen had ik al bedacht. Het moest alleen nog onkruid vrij. Het voordeel van een droog voorjaar is dat er weinig onkruid groeit zolang je er geen water geeft. Het nadeel is dat je er dus minder mee bezig bent en de plantjes die wél groeien dus flink groot worden. Het leek een hele groene bedoening, daar in mijn ‘voortuin’. Maar een uurtje flink doorwerken zorgde al voor een prachtig resultaat.

Een paar dagen later had ik tijd om te zaaien. De bonenstaken werden van onder de kist vandaan gehaald en met tiewraps vast gemaakt. Vorig jaar heb ik de soort ‘Cobra’ als sperziebonen geteeld en die soort bevalt me erg goed. Lekkere lange sperziebonen, knapperig, geen draad en lang houdbaar. O, en de opbrengst per plant is ook groot. Alle reden om dus weer Cobra te zaaien.

Met de grote opbrengst per plant heb ik aan mijn 24 plantjes méér dan genoeg. In mijn omgeving zijn wel een aantal mensen die graag eens wat mee eten uit de moestuin dus ik raak het wel weer kwijt. Nu ik dit echter opschrijf, vraag ik me af of 24 plantjes niet wat teveel van het goede is…

Ernaast staan ook nog 6 stokken met de ‘Wâldbeantjes’. Een fries bonensoort waar ik bruine droogbonen uit wil halen. Lekker voor in de wraps.

Tussendoor

Er verschijnen maar weinig berichtjes op mijn blog en dat nog wel in het “hoogseizoen” van tuinnieuws. Er is genoeg te zien in de tuin en er groeit ook van alles. Het uitblijven van de berichtjes betekent dan ook niet dat er niets in de tuin gebeurt. Al moet ik zeggen dat het tuinieren momenteel een beetje ’tussendoor’ moet. Soms letterlijk een vrij uurtje. Maar meestal gun ik mijzelf wel wat meer tijd op de tuin. Want in een uur weer naar huis… dat lukt me eigenlijk nooit.

Er is al heel wat gezaaid en opgekomen. Naast de talloze kroppen sla, de wortels, prei en kapucijners komen nu ook eindelijk de doperwten op gang. Ik had al een tweede keer gezaaid met nieuw zaad maar ook dat leek niet op te komen. Nu kan een periode van droogte tijdens het kiemproces betekenen dat er niets opkomt, maar ik had toch regelmatig water gegeven. Ik ben thuis nog maar wat gaan zaaien. Twee dagen later zag ik in de tuin dat er prachtige plantjes boven de grond uitsteken. Dát valt dan mooi mee. Ze kregen een flinke plens water en wat slakkenkorrels voor de zekerheid. Binnenkort kunnen de thuis gezaaide plantjes er vast nog wel tussen.

Inmiddels heb ik ook rode biet, snijbiet en sperziebonen gezaaid. Ze kunnen mooi rustig gaan ontkiemen terwijl ik me ondertussen bezighoudt met klussen in het nieuwe huis. Dat is dan weer het voordeel van een volkstuin: neem de tijd om te zaaien en heel veel gaat erna vanzelf.

Gister heb ik een hele serie tomatenplantjes in de tuin gezet. Het neemt allemaal meer ruimte in dan ik op papier had bedacht. Het liefste zet ik de planten ver uit elkaar. Vorig jaar stonden ze te dicht bij elkaar en dat heeft als nadeel dat de planten niet goed opdrogen na een regenbui. Juist vochtigheid bevordert de besmettelijke ziekte phytophtora. En hoewel je die, met name op een volkstuin, bijna niet kunt voorkomen, probeer ik het altijd zo lang mogelijk tegen te houden. Ik denk dat ik dit jaar de courgette dus maar ónder de tomatenplanten laat groeien, in plaats van ernaast. Voorlopig groeien daar nu nog slakroppen. Wat dat betreft wordt de tuin dit jaar goed gebruikt.

Tomatenplantjes

Er komt steeds meer ruimte in de tuin voor de thuis opgekweekte planten. Met name de tomatenplanten groeien hun potje uit en verlangen naar de volle grond. Met het mooie weer ben ik regelmatig op de tuin te vinden en elke keer gaan er een paar mee in de fietstas. En zo begint het balkon al wat leger te worden en de tuin groener.

Waar de tomatenplanten rijp zijn voor de tuin, moeten andere soorten nog gezaaid worden. Ach, alles gaat wat later dit jaar en dan blijkt het ook wel goed te komen. Door het warme weer halen de laat gezaaide planten de vroeg gezaaide soms bijna weer in. Maar zover is het nu nog niet. In de kweekbak komen de kiemblaadjes tevoorschijn van de boontjes, pompoenen, courgette, zinnia en basilicum. De sla is een koude kiemer en die wil niet zo goed met dit weer. Ach, als de bak verder leeg is kan ik het altijd nog even in de koelkast zetten. En het lijkt me een goed idee om weer één van de slakroppen te laten bloeien en zaaien, het bevalt me goed, die prachtige kroppen sla.

Sierbonen

Je kunt ze gewoon eten, deze sierbonen. Ik vind ze alleen zo leuk dat ik er graag nog even van geniet. Dus voor ze de pan in gaan versieren ze mijn woonkamer. De fles met druivensap was leeg en zo kon ik twee sierlijke dingen combineren. Met name de kievitsbonen zien er vrolijk uit. O, en ik vind het ook heerlijk om de bonen door mijn handen te laten glijden. Ze zijn mooi stevig en glad. En uit élke boon kan weer een complete plant groeien! Bonenplanten zijn heel leuk om te kweken want ze groeien heel snel.

Zeg… waarom eten we die bonen eigenlijk op?

Bonen belevenissen II

Dit jaar wilde ik graag meer soorten bonen. Sperziebonen uit eigen tuin vind ik heerlijk, maar ik had steeds een lage soort (stambonen) waardoor met een natte zomer de bonen soms al aan de plant rotten. Bovendien had ik juist een beetje ontdekt dat bonenstaken neerzetten niet zo moeilijk is (al moet ik na deze week toegeven dat een goede constructie toch nog niet zo eenvoudig is). Wat meer klimbonen (stokbonen) leek me dan wel wat. In het bestelboekje voor de zaden heb ik ijverig wat nieuwe soorten aangekruist. Toen ik van mijn tuinmaatje ook nog een serie oude zakjes bonenzaden kreeg had ik meer dan genoeg soorten.

Tijdens het zaaien had ik netjes genoteerd waar ik wat voor bonen had gezaaid. Van het oude zaad kwam echter niet alles op en moest ik nog eens wat zaaien. Van bepaalde soorten had ik maar een of twee plantjes, van andere tien. Het overzichtelijk planten in de tuin werd al wat ingewikkelder. Ook dat werd genoteerd in mijn tuinboekje. Het werd nog wat lastiger toen sommige stambonen geen stambonen maar stokbonen bleken te zijn.

Toen ik laatst even snel nog een maaltje sperziebonen ging plukken had ik eerst al de droogbonen te pakken. Geen probleem, je kunt ze gewoon eten, maar die draad die erin zat vond ik niet zo aangenaam. Ik kwam al snel de goede sperziebonen tegen en het werd een maaltijd met een mix van 4 bonensoorten.

Andere jaren at ik de droogbonen ook wel als sperzieboon maar vorig jaar waren er wel erg weinig droogbonen overgebleven. Daarom was het plan om ze dit jaar alleen als droogboon te gebruiken. Alle bonen aan de klimplanten heb ik braaf laten hangen.

Deze week zag ik echter prachtige lange, knapperige sperziebonen hangen. ‘Zeg… zijn dat eigenlijk wel droogbonen?’ Vroeg ik me af. Er begon me iets te dagen. Had ik me niet voorgenomen om een sperzieboon als klimmer te telen? En ja hoor, toen ik thuis nog eens opzocht welke bonensoort ik daar had gezaaid kwam ik erachter dat er inderdaad een heel aantal planten stonden met prachtige, lange, smakelijke cobra bonen. Ik heb flink kunnen oogsten en nog niet alles meegenomen. De tas was echter vol dus dat leek me eerst wel weer even genoeg. De bonen zijn inmiddels geblancheerd en ingevroren. En zo blij ik wat beleven met die bonen.

De tuin leegplukken

Het is oogsttijd. Terwijl ik met enig regelmaat naar de kas ga om water te geven ben ik inmiddels ook steeds meer bezig met oogsten. Gister heb ik dan ook weinig meer gedaan dan water geven en oogsten. Het leverde me twee tassen vol oogst op. Dankzij mijn beleid van ‘kleine beetjes, vele soorten’ kan ik er gevarieerd van eten.

Het resultaat van gister:

3 bakken rode besjes
Paar frambozen
2 spitskolen
5 rode bieten
Halve portie wortels
Halve portie bonen
Wat doperwten
Handje kapucijners
Bakje tomaten
2 komkommers
1 courgette

Bonenplanten

Het vroege zaaien van de klimbonen heeft tot nu toe nog geen problemen opgeleverd. Niet gek, want het is de afgelopen week ontzettend warm geweest en bonen houden wel van warmte.

Bij elke stok staan 2 à 3 plantjes en het zal niet lang meer duren voor ze langs de stokken omhoog zullen gaan klimmen.

De kapucijners zijn daar al druk mee bezig. Ik moest ze laatst een handje helpen want ze staken elkaar wel helpende ‘handjes’ (sprietjes) toe, maar negeerden de stokken compleet. Het zorgde voor plantjes die meer horizontaal groeiden dan verticaal. En dat terwijl de stokken er juist staan ter houvast! Inmiddels gaan de meeste planten de lucht in. De kapucijners zitten al vol met mooie paarse bloemen. Nog even wachten en dan kan ik weer verse kapucijners eten.

De stambonen (de bonensoorten die niet klimmen) heb ik inmiddels ook in de tuin staan. Een deel staat tussen de klimmers (handig, zo vullen ze mooi een gat op), de andere staan voor de kapucijners. Ik heb heel wat verschillende soorten gezaaid. Van mijn tuinmaatje kreeg ik allerlei soorten bonen die te oud waren om nog te verkopen in de winkel. Ze zijn inderdaad lang niet allemaal meer kiemkrachtig, maar her en der staan er toch wat andere soorten tussen.

Vandaag heb ik nog een nieuwe soort gezaaid. Fryske Giele Wâldbeantjes (Friese gele woudboontjes). Ik kreeg de bonen van mem, uit Friesland natuurlijk. Of het ook wâldbeantjes mogen heten als ze niet in de Friese kleigrond worden geteeld, is natuurlijk nog maar de vraag. Misschien doen ze het ook wel wat minder goed in deze Utrechtse klei. Of ontstaat er een prachtig Utrechts geel woudboontje 😉

Bonen zaaien?

Thuis ben ik al flink aan het bonen zaaien geweest. Buiten is het nog wat te vroeg maar binnen voor zaaien is heel handig en daar is het nu wel de tijd voor. De bonen heb ik een paar uur voor geweekt zodat ze makkelijker ontkiemen. Ik kon het meteen merken want de eerste bonen kwamen al na 2 dagen boven de aarde! Zo snel had ik ze nog niet verwacht, wel erg leuk om zo verrast te worden.

De klimbonen zaai ik liever ter plekke. Als die eenmaal gaan groeien gaat het zo snel dat het een hele toer is om ze op tijd bij de tuin te krijgen. Nou ja, dat is natuurlijk wat overdreven maar ze kunnen wel gemakkelijk meteen in de tuin gezaaid worden. Bij het uitzoeken van de bonensoorten voor dit jaar had ik dan ook meteen de klimbonen apart gelegd. In mijn boekje schreef ik dat ik de klimbonen moest zaaien, zo hoefde ik het niet te onthouden.

Gister was het heerlijk weer om in de tuin bezig te gaan. De bonen gingen mee en ik deed ze in de tuin in een bakje met water. De bonenstellage was zo gebouwd. Nu ik eenmaal de smaak te pakken heb, laat ik heel wat bonen de lucht in klimmen.

Terwijl ik lekker ontspannen aan het werk was groette ik een tuinder die naar huis ging.

‘Ik ga ook bijna,’ zei ik. ‘Nog even de bonen zaaien en dan op naar huis.’

‘Bonen zaaien? Ja… het kan…’ reageerde de tuinder ietwat verbaasd.

Opeens besefte ik dat het nog maar half mei was en dat ik de bonen nog helemaal niet wilde zaaien. Bonen kun je het beste niet te vroeg zaaien. Ze ontkiemen pas bij een warme temperatuur. Als de bonen te lang in de grond zitten gaan ze rotten. Dus zaai ik deze peulvruchten doorgaans niet voor half juni. Ze groeien snel genoeg. Vandaag was ik zo lekker op dreef dat ik helemaal niet doorhad dat ik nog veel te vroeg was. Ai… wat moest ik nu? De bonen lagen al in water te weken.

Ik kon twee dingen doen: de bonen mee naar huis nemen en alsnog in een potje voor zaaien óf de gok wagen en hopen dat ze in de tuin gaan ontkiemen. Wetend dat ik thuis een heleboel bonensoorten heb (ik kreeg nog vier soorten nadat ik mijn bonen al besteld had) en wetend dat het een aantal dagen lekker warm gaat worden, heb ik de bonen toch maar gezaaid. Ik zie het wel. En anders zaai ik half juni alsnog.