Als kind zag ik het mijn moeder elk jaar weer doen: zelf jam maken. Het zag er heel professioneel uit met al die potjes die steriel werden gemaakt en de snelheid waarmee de potjes werden gevuld en dicht gedraaid. Toen ik voor het eerst zelf jam wilde maken verwachtte ik dan ook een moeilijke klus. Maar dat is het helemaal niet! Zelf jam maken is niet moeilijk en vooral heel erg leuk. Ik wil het dan ook iedereen aanraden om het eens te proberen en vervolgens te kunnen genieten van zelfgemaakte jam.
Benodigdheden
- Grote pan
- pollepel
- soeplepel
- trechter
- schoon doekje
- schone theedoek
- soda
- glazen potjes met (onbeschadigd) metalen deksel
- Marmello (verkrijbaar bij biologische winkel)
- suiker (bij gebruik van geleisuiker is geen Marmello meer nodig)
- fruit (bramen, frambozen, japanse wijnbes, appel, aardbeien, rabarber, pruimen etc)
- evt. kaneel
- evt. citroensap
Het schoonmaken van de potjes
Reken per kilo fruit zo’n vier potjes (als ik het goed inschat zit hier zo’n 300-350 mL in) en zorg dat er een paar extra potjes zijn. Alle andere potjes zijn natuurlijk ook te gebruiken, het is alleen wat lastiger inschatten hoeveel je nodig hebt.
Je kunt de potjes op verschillende manieren steriliseren: de potjes uitkoken of de potjes in heet water met soda zetten te weken en erna afspoelen. Ik vind zelf de laatste het makkelijkst, het kan dan namelijk gewoon in mijn afwasteiltje. Er is geen minimum tijd voor het weken van de potjes, ik wacht meestal tot het water weer wat afgekoeld is zodat ik zonder brandblaren de potjes eruit kan halen 😉
Zet de potjes vervolgens op de kop op een schone theedoek te drogen.
Voor het maken van de jam
Smaken verschillen en voorkeuren voor jamsoorten dus ook. De één houdt van heel zoet, de ander juist niet. De één wil een jam zonder stukjes, de ander vindt het liefste nog wat stukjes fruit terug. Ik beschrijf dit keer even hoe ik het zelf doe.
Geen jam is bij mij gelijk, elke keer bevat het weer een andere samenstelling aan fruit. Eigenlijk vind ik een jam met verschillende soorten door elkaar het lekkerst. Voordat ik het fruit kook zorg ik dat ik weet hoeveel kilo fruit ik heb. Dit is namelijk belangrijk voor het bepalen van de hoeveelheid suiker en Marmello.
In een grote pan met slechts een bodempje water kook ik het fruit net zolang tot het zacht is. Ik vind het heerlijk als er nog wat stukjes in zitten maar het fruit moet wel door mijn trechter passen dus ik zorg vaak voor kleine stukjes.
Als het fruit zacht gekookt is, voeg ik de suiker en de Marmello toe. Per kilo fruit moet één zakje Marmello (zie beschrijving op de verpakking) en neem ik tussen de 500 en 700 gram suiker. Suiker staat bekend als ongezond maar tegelijk is het ook belangrijk als conserveringsmiddel. Houd daar dus rekening mee als je minder suiker wilt gebruiken in de jam. (Overigens: in de supermarkt wordt reclame gemaakt voor jam met wel 50% fruit. Per kilo fruit wordt dan een kilo suiker gebruikt) Voor de kleur is een beetje citroensap toevoegen nu handig (de jam houdt dan meer kleur) en eventueel kun je nog kaneel toevoegen.
De jam moet nog een minuut koken en vervolgens zet ik de eerste potjes klaar. De trechter komt erin en ik vul de potjes met de gloeiend hete jam tot precies op de rand. Voor ik de potjes dichtdraai zorg ik dat de rand van het potje schoon is, anders gaat dit schimmelen. Na het dichtdraaien van het potje zet ik het potje op de kop. Volgende potje!
Doordat de jam warm in het potje komt en vervolgens afkoelt, trekt het deksel vacuüm. Daarom is het belangrijk dat de jam zo heet is en dat het potje zo vol mogelijk zit.