Een ieder weet dat je maar beter wat uit de buurt kunt blijven van brandnetels. Eén aai over de heerlijke, zachte bladeren en je wordt er de rest van de dag nog op een prikkelende manier aan herinnerd. Begin dit jaar heb ik een keer een brandnetel in een pot in de tuin ingegraven om extra service te bieden aan een aantal vlindersoorten. De rupsen hiervan eten uitsluitend brandnetel en aangezien ze dus niet aan mijn bloemkool komen zijn ze van harte welkom. Maar goed, ook brandnetels groeien. Heel onhandig als je voorover gebukt bij de prei zit en net iets voelt kriebelen op je rug (niet al mijn oude tuinkleren zijn nog helemaal de goede maat en dat zorgt wel eens voor een bloot kiertje) en vervolgens de brandnetel voelt steken. Tijd om te gaan snoeien. Ik had het al een paar keer uitgesteld omdat ik mijn tuinhandschoenen dan weer thuis had laten liggen. Maar goed, dit keer had ik ze bij me en als eerste heb ik de brandnetel aangepakt. Handschoenen aan en knippen maar. Ja, ook die takken daar wat verderop. Ai… handschoenen hebben een beperkte lengte en de mouwen van mijn jas ook… En zo werd ik er de rest van de dag aan herinnerd dat de brandnetel heel goed elk kiertje in mijn kledij weet te vinden. Precies ter hoogte van mijn pols liep een rand van brandnetelstippen, jeukend en al.
Maar aan alles komt een eind, ook aan prikkende brandnetels.