Het vroege zaaien van de klimbonen heeft tot nu toe nog geen problemen opgeleverd. Niet gek, want het is de afgelopen week ontzettend warm geweest en bonen houden wel van warmte.
Bij elke stok staan 2 à 3 plantjes en het zal niet lang meer duren voor ze langs de stokken omhoog zullen gaan klimmen.
De kapucijners zijn daar al druk mee bezig. Ik moest ze laatst een handje helpen want ze staken elkaar wel helpende ‘handjes’ (sprietjes) toe, maar negeerden de stokken compleet. Het zorgde voor plantjes die meer horizontaal groeiden dan verticaal. En dat terwijl de stokken er juist staan ter houvast! Inmiddels gaan de meeste planten de lucht in. De kapucijners zitten al vol met mooie paarse bloemen. Nog even wachten en dan kan ik weer verse kapucijners eten.
De stambonen (de bonensoorten die niet klimmen) heb ik inmiddels ook in de tuin staan. Een deel staat tussen de klimmers (handig, zo vullen ze mooi een gat op), de andere staan voor de kapucijners. Ik heb heel wat verschillende soorten gezaaid. Van mijn tuinmaatje kreeg ik allerlei soorten bonen die te oud waren om nog te verkopen in de winkel. Ze zijn inderdaad lang niet allemaal meer kiemkrachtig, maar her en der staan er toch wat andere soorten tussen.
Vandaag heb ik nog een nieuwe soort gezaaid. Fryske Giele Wâldbeantjes (Friese gele woudboontjes). Ik kreeg de bonen van mem, uit Friesland natuurlijk. Of het ook wâldbeantjes mogen heten als ze niet in de Friese kleigrond worden geteeld, is natuurlijk nog maar de vraag. Misschien doen ze het ook wel wat minder goed in deze Utrechtse klei. Of ontstaat er een prachtig Utrechts geel woudboontje 😉
Mijn woudboontjes vinden het ook prima in onze veengrond!
Emmie
Deze woudboontjes doen het beter op zand (Friese Wouden) dan op klei.