Vorig jaar mocht ik in de tuin van een buurvrouw tuinieren. Om te beginnen haalde ik het grootste gedeelte van de tuin leeg aangezien er maar 2 planten leken te groeien. Het ene bleek zevenblad te zijn, van de ander wist ik de naam niet. Daar kwam ik echter wel achter. En hoe.
Na urenlang tuinieren, wat vooral bestond uit onkruid trekken, kocht ik een aantal plantjes voor in de tuin. Uiteraard mijn favoriete plant namelijk de phlox. Daarnaast nog een plant die wat hoger zou worden en gladiolenbollen. Na twee maanden vroeg ik een buurvrouw hoe die andere woekerplanten toch heetten. De plant maakte dikke wortels en kroop overal naar toe. ‘Dat is guldenroede,’ zei ze. ‘Het woekert nogal maar in de zomer wordt het hele stuk één grote gele waas van bloemen, erg mooi!’ Nou… ik was benieuwd en zorgde ervoor dat de guldenroede zich beperkte tot één hoekje van de tuin. Tenslotte had ik al veel moeite moeten doen om het uit de hele tuin te halen en wat variatie in de tuin aan te brengen.
De guldenroede bleef wat in m’n hoofd hangen en ik zat me af te vragen welke plant ik dan had gekocht. Ik meende namelijk dat dát guldenroede was, maar het was toch een andere plant. Gelukkig had ik het kaartje nog. Nadat ik op het kaartje had gekeken wist ik meteen dat ik de naam nooit meer zou vergeten. Nadat ik het grootste gedeelte van de tuin had ontdaan van de woekerende guldenroede had ik er vervolgens nieuwe plantjes in gezet.
En ja, inderdaad: dat was een (net andere soort) guldenroede.