Ik meende dat de lampionplant een bekende officiële naam had, maar nu ik de Latijnse naam zie ben ik al blij als ik het correct uitspreek: physalis alkekengi. Doe mij dan toch maar ‘lampionplant’. Helemaal in de herfst is die naam vrij voor de hand liggend. De oranje ‘lampionnetjes’ kun je heel goed drogen en bewaren. Vorig jaar had ik geloof ik maar één zaaddoos (de oranje lampion) aan de plant en die heb ik maar laten zitten. Dit jaar zit de plant er echter vol mee! De meeste zijn nog niet eens helemaal oranje gekleurd. Binnenkort maar eens wat afsnijden want ik lees net dat bij te lang wachten de zaaddozen kunnen gaan schimmelen. En dat is natuurlijk niet de bedoeling!
De plant woekert best wel maar in het stuk van de tuin waar deze staat zijn er meer planten die graag woekeren. Samen houden ze elkaar wel wat in toom en anders kan een snoeischaar ook nog wel eens helpen. In ieder geval ziet het er erg mooi uit, zo’n goedgevuld stuk tuin met allerlei tinten groen. En nu dus zo nu en dan een stipje oranje 😉