Dit jaar heb ik eindelijk een mooie pruimenoogst mogen plukken. Waar er vorig jaar eindelijk meer dan één pruim verscheen, namelijk twee, had ik dit jaar een stuk of twintig pruimen. Hoera! En dat terwijl de pruimenboom afgelopen herfst verhuisd moest worden. Dat is dus prima gegaan.
Opvallend is dat de, overigens prachtige, pruimen vrijwel allemaal precies één rupsje bevatten. Een zachtroze, klein beestje van zo’n 1,5 cm lang. Waar ik eerst nog uitging van een ‘pechpruim’ ben ik er inmiddels achter dat het geen uitzondering is. Om precies te zijn had ik één pruim waar geen beestje in zat, waarna ik prompt een pruim had met twee rupsjes. Ik heb het even opgezocht en het blijkt te gaan om de rups van de pruimenmot. Deze mot legt de eitjes bewust, één per pruim. Vandaar dat het zo netjes uitkomt. Waarschijnlijk is de mot een keer de draad kwijt geraakt.
We kunnen de pruimen nog wel eten al is het wel veel werk om de vieze plekjes eruit te snijden. Maar ja, de ‘royale’ oogst van 20 pruimen is toch te klein om kritisch te zijn en te kostbaar om weg te gooien.