Het afgelopen jaar probeerde ik voor het eerst zelf witlof te kweken en het is me goed bevallen. Aangezien ik van tevoren maar moeilijk kon inschatten hoeveel werk het was en waar ik allemaal op moest letten maak ik graag voor anderen een ‘handleiding’ met wat foto’s.
Het kweken van zaad tot witlof duurt zo’n driekwart jaar. Je zaait de witlof in april buiten in de volle grond. Voorzaaien in huis kan natuurlijk ook. Omdat je uiteindelijk de wortel wilt oogsten en je het liefst één grote penwortel hebt (zie het verschil in wortels op de foto’s) is het handig om van tevoren de grond goed los te maken.
De witlofplantjes zullen er uitzien als sla maar dan niet als krop maar met grote, losse bladen. Je kunt dit blad eten maar erg lekker vind ik ze niet. Boven de grond nemen ze wel aardig wat ruimte in, houd daar rekening mee bij het zaaien of verplant ze later.
Tot oktober hoef je vervolgens weinig te doen aan de witlof. Tegen de tijd dat het bijna gaat vriezen kun je de wortels oogsten. Steek met een riek in de buurt van de plant en wip de plant op zonder de wortel te breken. De plant kun je een aantal dagen, met het blad er nog aan, op de tuin laten liggen. De bladeren zullen afsterven terwijl de energie naar de wortel(s) gaat.
Na een aantal dagen snijd je de bladeren tot 2 à 3 centimeter boven de wortel af, veeg je de wortel wat schoon en snijd je de kleine worteltjes eraf. Je kunt ervoor kiezen om alle wortels tegelijk te rooien en ze in te kuilen zodat ze beschermd worden tegen de vorst, of je kunt er steeds een aantal oogsten en deze meteen zetten. Met de zachte winter het afgelopen jaar was dat laatste bij mij goed te doen.
Het zetten van de wortels lijkt moeilijker dan het is. Het is van belang dat de wortel in vochtige, voedingsarme grond komt te staan en in het donker. Als je niet zoveel witlof tegelijk wilt hebben (zoals ik) dan kun je hiervoor een emmer vullen met een deel (gebruikte) potgrond en een deel zand. De wortel(s) snijd je eventueel op dezelfde lengte af en zet je in de aarde voordat je de emmer helemaal vult. Vervolgens vul je de emmer tot de rand van de wortels. Zorg dat er geen rotte blaadjes meer aan zitten en giet vervolgens water in de emmer zodat de aarde vochtig is en het zand allemaal tussen de wortels gespoeld is.
Om het donker te maken kun je een vuilniszak over de emmer doen. Zorg ervoor dat het geheel dicht is zodat je de vochtigheid behoudt. Je hoeft geen water meer te geven.
Na 6-8 weken kun je de witlof afsnijden en opeten.
De wortel heeft erna niet voldoende energie meer om nog een stronk witlof te laten groeien. Wel groeien er nog weer kleine blaadjes uit de wortel. Ik wil dit jaar (2016) eens uitproberen of het ook werkt om de wortels weer in de tuin te zetten en in oktober weer te oogsten.