Wat is het heerlijk om een composthoop op de tuin te hebben. En dan bedoel ik nog niet eens omdat je straks compost hebt en dat goed voor de tuin is. Daar heb ik namelijk nog geen profijt van tot nu toe. Nee, ik bedoel dat het zo makkelijk is dat je bijna al het tuinafval op een grote berg kunt gooien en dat de berg in de loop van de tijd groeit en weer slinkt. Ik hoef niet voor elke halve kruiwagen naar de gemeentewerf te lopen maar hoef slechts het hardnekkige onkruid wat op te sparen terwijl ik de rest gewoon op de grote hoop kan gooien. Geen omkijken meer naar zou je zeggen.
Toch wel. De hoop werd groot en zakte tegen de muur. En wat gebeurt er op een composthoop? Inderdaad, de boel gaat composteren. En dan wordt het één vruchtbare, vieze smurrie. En zo ontdekte ik van de week dat de composthoop een slechte invloed begon uit te oefenen op de muur. Die muur is van de gemeente dus daar behoor ik zuinig op te zijn. Toch maar even naar de composthoop omgekeken.
Gelukkig viel het mee. Er was slechts een klein stuk van de muur in aanraking gekomen met de smurrie. Met wat trekwerk kon ik de hoop wat naar voren krijgen en zo weer ruimte maken voor de muur. En volgend jaar, als ik wat meer ruimte krijg, wil ik de composthoop omzetten en er ook een mooiere hoop van maken. Niet meer zo’n halfslachtige stellage maar een echte compostbak. Tot die tijd zal de composthoop niet zoveel nodig zijn en dus langzaamaan slinken. Voorlopig weer geen omkijken naar.