Uren kan ik over mijn tuin praten en nog meer uren kan ik erin doorbrengen. Er is weinig wat ik níet leuk vind aan mij tuin. Maar vandaag was er weinig rozengeur en zonneschijn in mijn tuin aanwezig. De rozen waren zowaar allemaal tegelijk uitgebloeid en zonneschijn was helemaal ver te zoeken. Maar ondertussen moesten wel de aardbeien weer geplukt worden en de planten in de kas wilden allang weer water. Dus fietste ik naar de tuin, met laarzen, regenbroek, regenjas en regenhoedje, op het moment dat de minste regen viel volgens de voorspelling van de komende drie uren. Ik ging vol goede moed hoor, wat regen houdt mij niet tegen. Na het plukken van de aardbeien en frambozen, het water geven in de kas en het afknippen van een bos anjers ging ik zelfs de vlinderstruik nog te lijf (wat groeit die toch hard) en werd de maggiplant ingekort.
De regen begon in mijn kleren door te dringen, mijn handen werden nat en modderig en de bakjes vruchten liepen tijdens het plukken vol water. De regen was opeens meer dan ‘een beetje vervelend’. Ik vroeg me af waarom ik eigenlijk wilde snoeien in dit natte weer en tegen de tijd dat ik thuis was had ik wel méér dan genoeg regen gezien, gevoeld en gehoord.
Echter een droge broek, een warme kop thee, een royale oogst (1 kilo aardbeien en 0,5 kilo frambozen) en een gezellig telefoongesprek later was de bui alweer over. Mijn bui welteverstaan, buiten regende het nog heel wat liters door.