Afgelopen winter heb ik mij verdiept in het snoeien van bessenstruiken. Niet alleen in mijn eigen tuin maar ook op mijn werk moest er flink wat gesnoeid worden. Leuk en leerzaam.
Mijn beste bessenstruik heb ik gekregen toen het vier losse takken waren. Overgebleven van het snoeien. Ik kreeg het advies om ze in het water te zetten en na enige tijd over te zetten in de tuin. De struik doet het geweldig en heeft mijn (gekochte) bessenstruik van 4 jaar oud ruimschoots ingehaald qua groei en oogst. Ook dit jaar lijkt het erop dat de struik weer een royale oogst gaat geven, de takken hangen al vol trosjes, nu nog bestaande uit bloemetjes.
Bij het snoeien van de bessenstruiken afgelopen winter, leek het mij dan ook leuk om weer eens wat takken te bewaren en te kijken hoe goed deze zouden aanslaan. Een deel zette ik in een vaas in de woonkamer, een deel in een vaas in de (koude) slaapkamer en een deel plantte ik meteen in de aarde. Bij sommige verwijderde ik alle zijtakken, bij andere liet ik er enkele zitten.
Inmiddels hebben de takken in de slaapkamer geweldige wortels. Helaas worden ze belaagd door luis. In de woonkamer hadden de takken als eerste blaadjes maar duurde het wat langer voor er wortels te zien waren. Nog geen luis te zien gelukkig. De takken in de aarde, buiten, beginnen inmiddels ook uit te lopen. Ook hier is de luis actief zag ik vanmiddag. Wat extra aandacht kunnen de jonge takken dus wel gebruiken, in de vorm van water met groene zeep, om te helpen in de strijd tegen de luizen. Verder lijken alle drie de methodes prima werkbaar om een bessenstruik te stekken.
Voor wie het ook eens wil proberen: snoei vóórdat de struik begint uit te lopen en bewaar de takken die een potlood dik zijn. Rechte takken zijn het mooist. Knip de onderste knoppen/takken eraf. Of je nu rechtstreeks of via een vaas de takken in de aarde zet, dat maakt niet zoveel uit. Wil je de bessen in een struikvorm laten groeien, maak dan een soort ‘wigwam op de kop’ met vier takken. Het knooppunt moet net op de aarde komen te zitten.