Vorig jaar had ik op mijn balkon een aantal kamilleplantjes. Met enig regelmaat haalde ik de uitgebloeide knopjes eruit om deze in een oude panty te drogen. Als ik iets ga drogen (of het nu boontjes zijn of kruiden) dan doe ik dat zeer grondig. Ik geef ze rúim de tijd om goed hélemaal te drogen. Dat heeft een reden, namelijk de luiheid van het verwerken. Zo heeft de peterselie zolang te drogen gehangen dat de nieuwe peterselie alweer in de bloembak groeit. De boontjes staan nog steeds gedroogd te sier (wanneer zal ik daar eens een geschikt recept voor zoeken?) en de kamille heeft langdurig in de panty gehangen.
Maar goed, met verhuizen sla je weleens aan het opruimen en zo nam ik me voor om kamillethee te gaan drinken. Het is zowaar ook nog méér dan een keer gelukt. Hoe het smaakte? De smaak was heel subtiel, ik wist eigenlijk niet hoeveel kamille ik voor één kopje thee moest gebruiken. De geur was echter verrukkelijk! “Verse” kamillethee (hoe kan een halfjaar gedroogde kamille nog vers zijn?) heeft een heerlijk aroma en je zou de kop thee onder je neus houden tot de geur niet meer te ruiken is. Dan is de thee echter ook koud en dat is natuurlijk wel jammer. Een mooie balans is eerst genieten van de heerlijke geur en wachten tot de thee op exact de minimaal drinktemperatuur is en dan snel opdrinken. Of iets meer kamille gebruiken bij het zetten zodat ook de smaak verrukkelijk is.
Misschien komt het er dit jaar trouwens niet van om kamille te zaaien, in dat geval is het maar goed dat ik het nog niet allemaal opgemaakt heb 😉