Enige tijd geleden kreeg ik van een vriendin wat verse munt. Sinds een jaar ben ik (weer) thee gaan drinken en dan is het natuurlijk wel leuk om thee te kunnen zetten van verse kruiden. Met dit bosje munt kon ik het mooi even uitproberen. Thuis zette ik het in een vaasje om de takjes zo lang mogelijk goed te houden. Nou ja, misschien was het onbewust al in de hoop dat ze zouden gaan wortelschieten. Want munt kan ontzettend woekeren weet ik (vreemd genoeg is het in mijn kruidenmand vrijwel verdwenen, de oregano woekerde nog meer) dus ik achtte de kans groot dat de takjes wortels zouden krijgen. Om het nog eens te stimuleren zette ik het vaasje dan ook niet bij de waterkoker maar in de vensterbank, in het licht. En ja… het is niet heel raar maar wel weer heel typerend voor mij: ik had meer aandacht voor het plantje dan voor de thee die je ervan kunt zetten. De eerste dag heb ik er thee van gehad en daarna ben ik het glad vergeten. Ik keek regelmatig naar het vaasje om te kijken of er al wortels te zien waren. Maar er thee van zetten? Nee, aan muntthee dacht ik pas als ik met mijn (al gezette) thee in de hand naar de plantjes stond te kijken. Inmiddels hebben de takjes prachtige wortels gekregen en heb ik ze overgezet in de aarde. Een goed moment om de takjes wat te snoeien om de wortelgroei te stimuleren. Mijn tweede kopje verse muntthee.
Het is duidelijk: ik ben meer voor het tuinieren in de wieg gelegd dan voor theedrinken.