Vandaag ben ik zo’n 4,5 uur in mijn tuin geweest, al dan niet aan het werk. En ik heb geeneens tijd gehad om de Japanse wijnbes te oogsten of de aardbeien…
Ik had me voorgenomen om dit keer niet te beginnen met oogsten of onkruid trekken. Daar begin ik doorgaans mee, zo van: eerst wat in ieder geval moet gebeuren, daarna wat er nog te doen valt. En zo kon mijn tuin langzaam tot een oerwoud groeien, want die tak die gister nog niet broodnodig gesnoeid moest worden, is vandaag nog maar amper groter.
Vandaag draaide ik het voor de verandering eens om: eerst aandacht besteden aan wat orde in de tuin. Er bleven namelijk steeds minder paden over waar je nog gewoon kon lopen. En dan vind ik een pad waar je slechts drie keer over iets heeft hoeft te stappen nog vrij toegankelijk 😉
Inmiddels is er weer wat meer ruimte om te lopen. Ik heb een kruiwagen gevuld met onkruid, resten van de koolplanten en een heleboel frambozen- en braamtakken. Vooral de frambozenstruiken dijden zo breed uit dat het een hele kunst was om er nog wat te kunnen plukken. Inmiddels is er weer wat licht te zien tussen de takken. En het paadje ernaast is weer een klein beetje beloopbaar. Niet ruim, maar daarvoor zal ik nog even moeten wachten tot de frambozenoogst afgelopen is. Ik kan er tenminste weer langs om de vruchten te plukken.
Achterin de tuin ben ik eveneens lekker bezig geweest. Het randje langs de composthoop is nu plantvrij en de grond wat lager. Zo rolt er niet steeds van alles op het pad. De royaal uitgezaaide IJzerhard moet zich nu beperken tot één stukje grond. Met nog even een mesje langs de tegels, een vegertje erlangs en het ziet er opeens netjes uit. (zie eerste foto) Wat heerlijk!
Als ik weer eens op mijn terrasje zit heb ik zicht op twee paadjes en beide paadjes zijn NETJES! 🙂