Ik krijg verschillende reacties als ik mensen vertel dat ik rupsen in een bak heb en vol enthousiasme het proces van rups naar cocon naar vlinder volg. De ene vind het maar gek dat ik me zo druk maak om de rupsen, de ander raakt enthousiast als het de cocons ziet liggen of een rups ziet rondhobbelen in een bakje. Sommige zijn ronduit verbaasd dat zoiets kán. Ik vraag me dan af wat zíj dan voor les kregen in groep drie. Voor mij staat het proces van rups naar vlinder symbool voor het onderwijs in groep drie. Elk jaar verzamelde die juf weer rupsen en kwam er een bak in de klas te staan zodat het proces op de voet gevolgd kon worden. Dus rupsen verzamelen om ze te zien veranderen is ‘heel normaal’. Toch?
Toch niet h
elemaal. Ik ken vrijwel niemand die rupsen als huisdieren heeft (wat niet heel gek is aangezien ze maar tijdelijk zijn) en al helemaal niemand die er ook nog eens een blog over schrijft. Wel ken ik vele vlinderliefhebbers, al dan niet aangesloten bij de Vlinderstichting. En zoals ik de rupsen met plezier tussen de boerenkool zoek, zo zijn er ook mensen die met plezier vlinders tellen om zo samen met een heleboel anderen de vlinderstand in de gaten te houden.
Van
daag hebben ze er weer drie vlinders bij om te tellen. Toen ik thuiskwam zat er weer een vlinder in het coconnenbakje, gezien de traagheid waarmee het op een plantje klom denk ik dat het nog maar pas uitgekomen was. Even later ontdekte ik dat er drie coconnen leeg waren. Aha! Even speuren langs de ramen leverde nog twee koolwitjes op. Inmiddels zijn deze de wijde wereld in getrokken. En ik heb weer wat om op mijn blog te vermelden.
P.S. Het is erg leuk om met kinderen rupsen te verzorgen. Rupsen van het koolwitje zijn makkelijk te vinden in boerenkool of (als dat er nog is) bloemkool- of broccoliplanten. Vraag eens aan iemand met een (volks)tuin of je mag zoeken, doorgaans zijn die ze liever kwijt dan rijk. Regelmatig even een nieuw blaadje geven van de plant waar het op gevonden is. Leerzaam én leuk!