Bonen

Het plekje voor de bonen had ik al bedacht. Het moest alleen nog onkruid vrij. Het voordeel van een droog voorjaar is dat er weinig onkruid groeit zolang je er geen water geeft. Het nadeel is dat je er dus minder mee bezig bent en de plantjes die wél groeien dus flink groot worden. Het leek een hele groene bedoening, daar in mijn ‘voortuin’. Maar een uurtje flink doorwerken zorgde al voor een prachtig resultaat.

Een paar dagen later had ik tijd om te zaaien. De bonenstaken werden van onder de kist vandaan gehaald en met tiewraps vast gemaakt. Vorig jaar heb ik de soort ‘Cobra’ als sperziebonen geteeld en die soort bevalt me erg goed. Lekkere lange sperziebonen, knapperig, geen draad en lang houdbaar. O, en de opbrengst per plant is ook groot. Alle reden om dus weer Cobra te zaaien.

Met de grote opbrengst per plant heb ik aan mijn 24 plantjes méér dan genoeg. In mijn omgeving zijn wel een aantal mensen die graag eens wat mee eten uit de moestuin dus ik raak het wel weer kwijt. Nu ik dit echter opschrijf, vraag ik me af of 24 plantjes niet wat teveel van het goede is…

Ernaast staan ook nog 6 stokken met de ‘Wâldbeantjes’. Een fries bonensoort waar ik bruine droogbonen uit wil halen. Lekker voor in de wraps.

Bonen drogen

De woonkamer ligt er momenteel vol mee: drogende bonen. Kievitsbonen en snijbonen, wâldbeantjes en cobrabonen. Ze liggen zo langzamerhand allemaal door elkaar. Op kranten liggen ze uitgespreid en zo nu en dan gaat er een lading voor 24 uur in de vriezer tegen de mogelijke aanwezigheid van kevertjes. De eerste lading is inmiddels ook al gedopt. De gevulde potjes sieren de woonkamer. Gelukkig blijven gedroogde bonen heel lang goed want het zou toch jammer zijn om al dat moois al aan het begin van de winter op te eten 😉