Tuinpraatjes

Met sommige medetuinders heb ik vaker een praatje dan met andere. Hoever onze tuinen van elkaar af zitten maakt natuurlijk uit, maar ook het tijdstip waarop ’n ieder in z’n tuin is. Of de behoefte aan een praatje. Met één man maak ik al vanaf vrijwel het begin graag een babbeltje. Een vriendelijke man die ik voor mijzelf de ‘wijnboer’ noem omdat hij zoveel druiven verbouwt. Zo nu en dan vraag ik hem eens om raad of praten we gewoon even over het weer of over niets in het bijzonders. Laatst hoopte ik een pompoen te kunnen ruilen tegen wat van mijn courgettes. Hij had echter niet zoveel pompoenen dat hij er teveel had en bovendien verbouwde hijzelf al courgettes. Ach, het was het proberen waard natuurlijk, je weet maar nooit. Hij had nog wel een andere soort pompoen die ik wel mocht hebben maar die moest nog even wat verder rijpen. Leuk! Even later liep ik met wat kropjes andijvie weer naar mijn eigen tuin.

Gister kwam ik bij mijn tuin en lag daar een mooie witte pompoen mij toe te lachen. Ah, leuk! Hij is eetbaar maar kan ook mooi te sier liggen. Van allebei wat dan maar? Even later kwam de wijnboer langs en babbelden we wat over de tuin. Hij liet weten dat als ik nog ’s wat boontjes nodig had om te zaaien ik het maar moest aangeven. Wat handig, ik was juist nog op zoek naar een lage soort bonen om volgend jaar te gaan verbouwen. Dus zo stond ik even later bij zijn tuin en kreeg ik wat bonen toegestopt. Montana, te zaaien vanaf half mei. Maar al voor te zaaien vanaf eind april. Goed idee.

Van het een komt het ander. Ik vroeg hem naar zijn wortels. Ik meende dat ik die van mij te laat had geoogst. ‘Nee hoor, je kunt ze tot de vorst laten zitten.’ Als ze te lang zitten kunnen ze gaan barsten. ‘Maar hoe komt het dan dat mijn worteltjes niet zo lekker smaken? Die we vroeger van pake kregen waren verrukkelijk en deze vallen mij nogal tegen…’ Welk soort ik had… eh, geen idee, dat moet ik thuis even opzoeken. Ik kreeg een paar van zijn wortels om te proeven. Alleen de geur van deze wortels was al een stuk beter dan die van mij. Amsterdamse bak. Ze smaken inderdaad beter. Ik ben benieuwd welke soort pake heeft.

En zo wisselen we kennis uit. Ook weleens andersom. Een tijdje geleden kwam een ervaren tuinder naar mij toe om te vragen welk soort bieten ik had, want die van mij zagen er beter uit dan de zijne. Leuk toch, zo samen optrekken!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.